ECLI:NL:CRVB:2010:BO9707

Centrale Raad van Beroep

Datum uitspraak
31 december 2010
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
10/3520 AOW + 10/3521 AOW + 10/3522 AOW + 10/3523 AOW + 10/3526 AOW + 10/3527 AOW + 10/3528 AOW
Instantie
Centrale Raad van Beroep
Type
Uitspraak
Procedures
  • Hoger beroep
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Hoger beroep tegen niet-ontvankelijk verklaring van beroep wegens termijnoverschrijding in sociale zekerheidszaken

In deze zaak gaat het om hoger beroep van appellanten tegen de uitspraak van de rechtbank Zutphen, waarin hun beroepen tegen besluiten van de Sociale verzekeringsbank (Svb) niet-ontvankelijk zijn verklaard wegens overschrijding van de beroepstermijn. De besluiten van de Svb, gedateerd 18 en 20 december 2002, betroffen de mededeling aan appellanten dat zij schuldig nalatig waren in het betalen van verschuldigde premies. De Svb had de bezwaren van appellanten tegen deze besluiten op 7 september 2004 ongegrond verklaard.

Appellanten stelden in hoger beroep dat zij tijdig beroep hadden ingesteld, omdat de Svb de besluiten op bezwaar uitsluitend naar hun belastingadviseur had verzonden en niet naar hen zelf. De Centrale Raad van Beroep heeft het onderzoek ter zitting op 3 december 2010 gehouden, waarbij appellanten in persoon verschenen, bijgestaan door hun gemachtigde mr. F. van der Wielen, en de Svb vertegenwoordigd was door mr. A.P. van den Berg.

De Raad heeft overwogen dat de Svb de besluiten op bezwaar op de juiste wijze heeft bekendgemaakt aan de gemachtigde van appellanten, en dat de rechtbank terecht heeft geoordeeld dat de beroepen niet-ontvankelijk zijn verklaard. De hoger beroepen van appellanten zijn dan ook niet geslaagd, en de aangevallen uitspraak is bevestigd. De Raad heeft geen aanleiding gezien voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is openbaar gedaan op 31 december 2010.

Uitspraak

10/3520, 10/3521, 10/3522, 10/3523, 10/3526, 10/3527, 10/3528 AOW
Centrale Raad van Beroep
Enkelvoudige kamer
U I T S P R A A K
op de hoger beroepen van:
[Appellante] wonende te [woonplaats] (appellante), en
[Appellant], wonende te [woonplaats] (appellant),
hierna tezamen ook te noemen: appellanten,
tegen de uitspraak van de rechtbank Zutphen van 2 juni 2010, 09/1681, 09/1682, 09/1683, 09/1684, 09/1685, 09/1686 en 09/1688 (hierna: aangevallen uitspraak),
in de gedingen tussen:
appellanten
en
de Raad van bestuur van de Sociale verzekeringsbank (hierna: Svb).
Datum uitspraak: 31 december 2010
I. PROCESVERLOOP
Namens appellanten heeft mr. F. van der Wielen, werkzaam bij DAS Rechtsbijstand, hoger beroep ingesteld.
De Svb heeft een verweerschrift ingediend.
Het onderzoek ter zitting heeft plaatsgevonden op 3 december 2010. Appellanten zijn in persoon verschenen, bijgestaan door hun gemachtigde mr. Van der Wielen. De Svb heeft zich laten vertegenwoordigen door mr. A.P. van den Berg.
II. OVERWEGINGEN
1. Bij besluiten van 18 december 2002 en 20 december 2002 heeft de Svb aan appellanten meegedeeld dat zij schuldig nalatig zijn om verschuldigde premie te betalen. De bezwaren van appellanten hiertegen heeft de Svb bij besluiten van 7 september 2004 (hierna: besluiten op bezwaar) ongegrond verklaard.
2. Bij de aangevallen uitspraak heeft de rechtbank de bij brief van 12 mei 2009 door appellanten tegen de besluiten op bezwaar ingestelde beroepen niet-ontvankelijk verklaard wegens overschrijding van de beroepstermijn.
3.1. In hoger beroep hebben appellanten evenals in beroep gesteld dat tijdig beroep is ingesteld, aangezien de Svb de besluiten op bezwaar ten onrechte uitsluitend naar de belastingadviseur/accountant van appellanten heeft verzonden en niet naar appellanten zelf.
3.2. De Raad onderschrijft de door de rechtbank in de aangevallen uitspraak ter zake gebezigde overwegingen en maakt deze tot de zijne. De heer Tax, de belastingadviseur/ accountant van appellanten, mocht om de in de aangevallen uitspraak vermelde redenen door de Svb ten tijde van de bekendmaking van de besluiten op bezwaar worden aangemerkt als gemachtigde van appellanten en de Svb heeft de besluiten op bezwaar op de voorgeschreven wijze bekendgemaakt door ze - per aangetekende post van
7 september 2004 - naar de heer Tax te versturen. Ook voor het overige onderschrijft de Raad de overwegingen van de rechtbank.
4. Gelet op het vorenstaande slagen de hoger beroepen niet. De aangevallen uitspraak wordt daarom bevestigd.
5. De Raad ziet geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling.
III. BESLISSING
De Centrale Raad van Beroep,
Recht doende:
Bevestigt de aangevallen uitspraak.
Deze uitspraak is gedaan door T.L. de Vries, in tegenwoordigheid van D.E.P.M. Bary als griffier. De beslissing is uitgesproken in het openbaar op 31 december 2010.
(get.) T.L. de Vries.
(get.) D.E.P.M. Bary.
NK