ECLI:NL:CRVB:2010:BO9029

Centrale Raad van Beroep

Datum uitspraak
16 december 2010
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
10-1194 WUV
Instantie
Centrale Raad van Beroep
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht; Socialezekerheidsrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Afwijzing aanvraag uitbreiding huishoudelijke hulp op basis van medische indicaties

In deze zaak heeft appellante, geboren in 1935 in het voormalig Nederland-Indië, beroep ingesteld tegen een besluit van de Raadskamer WUV van de Pensioen- en Uitkeringsraad. Dit besluit, gedateerd 29 januari 2010, weigerde haar aanvraag voor uitbreiding van de voorziening voor huishoudelijke hulp van vier naar zeven à acht uur per week. Appellante stelde dat haar psychische en lichamelijke klachten haar belemmerden in het verrichten van huishoudelijk werk. De Raad heeft op 16 december 2010 uitspraak gedaan in deze zaak.

Tijdens de zitting op 11 november 2010 was appellante niet aanwezig, maar verweerster werd vertegenwoordigd door mr. A. den Held. De Raad heeft vastgesteld dat appellante in 1991 vier uur extra huishoudelijke hulp was toegekend na medisch onderzoek. In juli 2009 verzocht appellante om uitbreiding van deze hulp, maar verweerster heeft dit verzoek afgewezen op basis van medisch advies. De geneeskundig adviseurs A.J. Maas en G. Kho concludeerden dat appellante niet meer dan vier uur hulp nodig had, wat ook werd ondersteund door informatie van haar behandelende artsen.

De Raad oordeelde dat het besluit van verweerster deugdelijk was voorbereid en gemotiveerd. Appellante heeft geen nieuwe medische gegevens overgelegd die de Raad zouden doen twijfelen aan de juistheid van het standpunt van verweerster. De Raad vond geen aanleiding om het bestreden besluit te vernietigen en verklaarde het beroep van appellante ongegrond. Er werd geen proceskostenveroordeling opgelegd, en de uitspraak werd openbaar uitgesproken op 16 december 2010.

Uitspraak

10/1194 WUV
Centrale Raad van Beroep
Enkelvoudige kamer
U I T S P R A A K
in het geding tussen:
[appellante], wonende te [woonplaats] (hierna: appellante),
en
de Raadskamer WUV van de Pensioen- en Uitkeringsraad (hierna: verweerster)
Datum uitspraak: 16 december 2010
I. PROCESVERLOOP
Appellante heeft beroep ingesteld tegen een door verweerster onder dagtekening 29 januari 2010, kenmerk BZ 48672, JZ/L70/2010, ten aanzien van haar genomen besluit (hierna: het bestreden besluit) ter uitvoering van de Wet uitkeringen vervolgingsslachtoffers 1940-1945 (hierna: Wuv).
Verweerster heeft een verweerschrift ingediend.
Het onderzoek ter zitting heeft plaatsgevonden op 11 november 2010. Appellante is niet verschenen. Verweerster heeft zich laten vertegenwoordigen door mr. A. den Held, werkzaam bij de Pensioen- en Uitkeringsraad.
II. OVERWEGINGEN
1.1. Blijkens de gedingstukken is appellante, geboren in 1935 in het voormalig Nederland-Indië, met ingang van 1 augustus 1980 erkend als vervolgde in de zin van de Wuv en als zodanig uitkeringsgerechtigde. In december 1991 heeft verweerster aan appellante, na een door de geneeskundig adviseur van verweerster ingesteld medisch onderzoek, onder meer vier uur extra huishoudelijke hulp per week toegekend.
1.2. Bij vervolgaanvraag van juli 2009 heeft appellante verzocht om uitbreiding van de voorziening voor huishoudelijke hulp naar 7 à 8 uur per week. Hiertoe heeft appellante aangevoerd dat zij in verband met haar psychische en lichamelijke klachten helemaal geen huishoudelijk werk meer kan verrichten.
1.3. Bij besluit van 3 september 2009, zoals na bezwaar gehandhaafd bij het bestreden besluit, heeft verweerster de aanvraag van appellante afgewezen omdat uit medisch onderzoek was gebleken dat appellante noch op grond van haar psychische klachten, noch op grond van haar lichamelijke klachten is aangewezen op meer dan vier uur huishoudelijke hulp per week.
2. Appellante kan zich met het besluit van verweerster niet verenigen. Zij stelt - kort gezegd - dat verweerster haar oorlogsgerelateerde psychische en lichamelijke klachten onderschat.
3. De Raad overweegt als volgt.
3.1. Verweersters besluit is in overeenstemming met de adviezen van een tweetal geneeskundig adviseurs en artsen van de Pensioen- en Uitkeringsraad, A.J. Maas en G. Kho, die hun advies mede hebben gebaseerd op informatie die zij verkregen hebben van de appellante behandelende huisarts, orthopedisch chirurg en cardioloog. Daarnaast heeft de arts Kho tijdens de bezwaarprocedure met appellante bij haar thuis een gesprek gevoerd, waarin zij aangaf bepaalde lichte huishoudelijke taken - zoals koken, het aanrecht schoonmaken, de was in de wasmachine en droger stoppen en de planten verzorgen - nog zelf te kunnen verrichten. Naar aanleiding van al deze informatie heeft verweerster zich op het standpunt gesteld dat er geen medische indicatie is voor het toekennen van meer dan de beleidsmatig reeds toegekende 4 uur huishoudelijke hulp per week.
3.2. De Raad acht het bestreden besluit op grond van de onder 3.1 genoemde adviezen en het in bezwaar uitgevoerde onderzoek door de arts Kho deugdelijk voorbereid en gemotiveerd. Appellante heeft geen (medische) gegevens overgelegd op grond waarvan de Raad is gaan twijfelen aan de juistheid van het door verweerster ingenomen standpunt. In het bijzonder heeft de Raad geen grond gevonden om aan te nemen dat de uit de psychische en lichamelijke klachten voortvloeiende beperkingen bij appellante door de geneeskundig adviseurs zijn onderschat.
3.3. Nu de Raad ook in hetgeen overigens door appellante naar voren is gebracht geen aanleiding heeft gevonden om het bestreden besluit voor vernietiging in aanmerking te brengen, dient het beroep van appellante ongegrond te worden verklaard.
4. Voor een proceskostenveroordeling ziet de Raad geen aanleiding.
III. BESLISSING
De Centrale Raad van Beroep;
Recht doende:
Verklaart het beroep ongegrond.
Deze uitspraak is gedaan door A. Beuker-Tilstra, in tegenwoordigheid van I. Mos als griffier. De beslissing is in het openbaar uitgesproken op 16 december 2010.
(get.) A. Beuker-Tilstra.
(get.) I. Mos.
HD