ECLI:NL:CRVB:2010:BO8965
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- J.W. Schuttel
- C.W.J. Schoor
- P.J. Stolk
- Rechtspraak.nl
Niet-ontvankelijkverklaring van het beroep wegens onduidelijkheid over het bestreden besluit
In deze zaak heeft appellante hoger beroep ingesteld tegen een uitspraak van de rechtbank Amsterdam, waarin haar beroep niet-ontvankelijk werd verklaard. De rechtbank had vastgesteld dat appellante niet duidelijk had gemaakt tegen welk besluit haar beroep was gericht. Ondanks herhaalde verzoeken van de rechtbank om verduidelijking, heeft appellante geen adequate informatie verstrekt over het bestreden besluit. Dit leidde tot de conclusie dat niet was voldaan aan de vereisten van artikel 6:5, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht, wat resulteerde in de niet-ontvankelijkverklaring van haar beroep.
De Centrale Raad van Beroep heeft het hoger beroep van appellante behandeld op 12 november 2010, waarbij appellante zelf aanwezig was en de Sociale verzekeringsbank (Svb) vertegenwoordigd was door mr. B.T.S.J. Maarschalkerweerd. De Raad heeft in zijn overwegingen benadrukt dat appellante ook in hoger beroep niet in staat was om duidelijkheid te verschaffen over het besluit waartegen zij in beroep ging, noch over haar bezwaren tegen de eerdere uitspraak van de rechtbank. Hierdoor kon de Raad geen andere conclusie trekken dan die van de rechtbank.
De Raad heeft de aangevallen uitspraak van de rechtbank bevestigd en aangegeven dat er geen aanleiding is voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is gedaan door een meervoudige kamer, met J.W. Schuttel als voorzitter en C.W.J. Schoor en P.J. Stolk als leden, in aanwezigheid van griffier M.A. van Amerongen. De beslissing is openbaar uitgesproken op 24 december 2010.