ECLI:NL:CRVB:2010:BO8962
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Niet-ontvankelijkverklaring bezwaar wegens te late indiening van het bezwaarschrift
In deze zaak gaat het om een hoger beroep van appellant tegen de uitspraak van de rechtbank Haarlem, waarin het bezwaar van appellant tegen een besluit van de Sociale verzekeringsbank (Svb) niet-ontvankelijk werd verklaard. De Svb had op 22 oktober 2009 aan appellant meegedeeld dat hij voor de periode van 5 januari 2004 tot en met 31 december 2004 voor 100% schuldig nalatig was in het betalen van de verschuldigde premie ingevolge de Algemene Ouderdomswet. Dit besluit werd niet tijdig door appellant afgehaald, wat leidde tot een niet-ontvankelijkverklaring van zijn bezwaar op 12 januari 2010.
Appellant stelde in hoger beroep dat zijn bezwaar tijdig was ingediend na ontvangst van een tweede brief van de Svb op 24 november 2009. De Centrale Raad van Beroep oordeelde echter dat de Svb het besluit op de juiste wijze had bekendgemaakt en dat de termijn voor het indienen van bezwaar op 23 oktober 2009 was aangevangen. Het bezwaarschrift van appellant, dat op 9 december 2009 was verzonden, was daarmee niet tijdig.
De Raad bevestigde de uitspraak van de rechtbank en oordeelde dat de gevolgen van het niet tijdig afhalen van de aangetekende post voor rekening van appellant komen. Er waren geen feiten of omstandigheden die rechtvaardigden dat appellant in verzuim was. De Raad besloot dat het hoger beroep niet kon slagen en dat er geen termen aanwezig waren voor een proceskostenvergoeding.