ECLI:NL:CRVB:2010:BO8584
Centrale Raad van Beroep
- Verzet
- Rechtspraak.nl
Termijnoverschrijding bij indienen hogerberoepschrift; verzet ongegrond
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 9 december 2010 uitspraak gedaan over het verzet van appellant tegen een eerdere uitspraak van 29 april 2010. Appellant had hoger beroep ingesteld tegen een uitspraak van de rechtbank Breda van 16 oktober 2009, maar zijn hogerberoepschrift was niet tijdig ingediend. De Raad had het hoger beroep niet-ontvankelijk verklaard, omdat het hogerberoepschrift pas op 10 december 2009 was ontvangen, terwijl de termijn voor indiening op 2 december 2009 was verstreken. Appellant stelde in zijn verzetschrift dat hij binnen zes weken had gereageerd op de aangevallen uitspraak en dat hij twijfelde aan de termijnoverschrijding.
De Raad heeft vastgesteld dat de brief met het hogerberoepschrift, volgens het poststempel, op 8 december 2009 ter post was bezorgd, wat na de deadline was. Bovendien was de brief niet binnen een week na het verstrijken van de termijn ontvangen, wat betekent dat niet voldaan was aan de voorwaarden van artikel 6:9, tweede lid, van de Algemene wet bestuursrecht (Awb). De Raad concludeerde dat er geen feiten of omstandigheden waren die de termijnoverschrijding verschoonbaar maakten.
Daarom heeft de Centrale Raad van Beroep het verzet ongegrond verklaard en er was geen aanleiding voor een veroordeling in de proceskosten. De uitspraak werd gedaan door T.G.M. Simons, in aanwezigheid van griffier R. Groothuis, en werd openbaar uitgesproken op 9 december 2010.