ECLI:NL:CRVB:2010:BO8059

Centrale Raad van Beroep

Datum uitspraak
17 december 2010
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
10-529 ANW
Instantie
Centrale Raad van Beroep
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht; Socialezekerheidsrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Niet-ontvankelijkverklaring beroep wegens ontbreken procesbelang in sociale zekerheidszaak

In deze zaak heeft appellante, wonende in Marokko, hoger beroep ingesteld tegen een uitspraak van de rechtbank Amsterdam van 18 december 2009, waarin haar beroep niet-ontvankelijk werd verklaard wegens het ontbreken van procesbelang. De Centrale Raad van Beroep heeft op 17 december 2010 uitspraak gedaan in deze zaak, geregistreerd onder nummer 10-529 ANW. De Raad heeft vastgesteld dat de Sociale verzekeringsbank (Svb) in eerdere beslissingen op bezwaar de bezwaren van appellante niet-ontvankelijk had verklaard vanwege overschrijding van de bezwaartermijn. Tijdens de zitting bij de rechtbank op 4 november 2008 trok de Svb de bestreden besluiten in, wat leidde tot de niet-ontvankelijkverklaring van het beroep door de rechtbank. De Svb heeft aangegeven dat er een nieuwe beslissing op bezwaar zal worden genomen, waarbij inhoudelijk op het bezwaar van appellante zal worden beslist. De Centrale Raad van Beroep heeft in zijn overwegingen bevestigd dat de rechtbank terecht tot de conclusie is gekomen dat appellante niet-ontvankelijk was in haar beroep. De Raad heeft de Svb bovendien veroordeeld tot vergoeding van het door appellante betaalde griffierecht van € 110,-. De uitspraak is gedaan door T.L. de Vries, in tegenwoordigheid van griffier D.E.P.M. Bary, en is openbaar uitgesproken op 17 december 2010.

Uitspraak

10/529 ANW
Centrale Raad van Beroep
Enkelvoudige kamer
U I T S P R A A K
op het hoger beroep van:
[Appellante] wonende te [woonplaats], Marokko (hierna: appellante),
tegen de uitspraak van de rechtbank Amsterdam van 18 december 2009, 08/4897 (hierna: aangevallen uitspraak),
in het geding tussen:
appellante
en
de Raad van bestuur van de Sociale verzekeringsbank (hierna: Svb).
Datum uitspraak: 17 december 2010
I. PROCESVERLOOP
Appellante heeft hoger beroep ingesteld.
De Svb heeft een verweerschrift ingediend.
Het onderzoek ter zitting heeft plaatsgevonden op 3 december 2010. Appellante is niet verschenen. De Svb heeft zich laten vertegenwoordigen door mr. N. Zuidersma.
II. OVERWEGINGEN
1.1. De Svb heeft in de beslissingen op bezwaar van 19 november 2008 en 10 maart 2009 (hierna: bestreden besluiten) de bezwaren van appellante tegen de beslissing van de Svb van 11 januari 2008 niet-ontvankelijk verklaard wegens overschrijding van de bezwaartermijn. Tegen deze beslissingen op bezwaar heeft appellante beroep ingesteld.
1.2. Tijdens de zitting bij de rechtbank op 4 november 2008 heeft de Svb de door appellante bestreden beslissingen op bezwaar ingetrokken. De rechtbank heeft daarop het beroep niet-ontvankelijk verklaard wegens het ontbreken van procesbelang. De rechtbank heeft voorts bepaald dat de Svb het griffierecht aan appellante dient te vergoeden.
2.1. Appellante heeft hoger beroep ingesteld tegen de uitspraak van de rechtbank.
2.2. Ter zitting van de Raad is door de gemachtigde van de Svb aangegeven dat een nieuwe beslissing op bezwaar gegeven zal worden waarbij inhoudelijk op het bezwaar beslist zal worden.
3.1. De Raad overweegt als volgt.
3.2. De Raad beperkt zijn beoordeling tot de aangevallen uitspraak van 18 december 2009. De Raad overweegt daartoe dat de rechtbank tot geen ander oordeel had kunnen komen dan dat appellante niet-ontvankelijk in haar beroep was vanwege het ontbreken van procesbelang.
3.3. Gezien het gestelde ter zitting ziet de Raad aanleiding de Svb te veroordelen tot de vergoeding van het door appellante betaalde griffierecht. Van overige voor vergoeding in aanmerking komende kosten is de Raad niet gebleken.
III. BESLISSING
De Centrale Raad van Beroep,
Recht doende:
Bevestigt de aangevallen uitspraak;
Bepaalt dat de Svb aan appellante het betaalde griffierecht van € 110,- vergoedt.
Deze uitspraak is gedaan door T.L. de Vries, in tegenwoordigheid van D.E.P.M. Bary als griffier. De beslissing is uitgesproken in het openbaar op 17 december 2010.
(get.) T.L. de Vries.
(get.) D.E.P.M. Bary.
IvR