ECLI:NL:CRVB:2010:BO5355
Centrale Raad van Beroep
- Herziening
- Rechtspraak.nl
Afwijzing verzoek om herziening van een eerdere uitspraak inzake WAO
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 19 november 2010 uitspraak gedaan op een verzoek om herziening van een eerdere uitspraak van 15 januari 2010. Verzoekster, vertegenwoordigd door haar advocaat mr. W.C. de Jonge, heeft verzocht om herziening van de uitspraak in hoger beroep, waarin de Raad van bestuur van het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (Uwv) betrokken was. Het verzoek om herziening is ingediend op basis van de stelling dat er nieuwe feiten of omstandigheden zijn die de eerdere uitspraak zouden kunnen beïnvloeden.
De Raad heeft het verzoek om herziening beoordeeld aan de hand van artikel 8:88 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb). Tijdens de zitting op 8 oktober 2010 heeft de gemachtigde van verzoekster aangegeven dat er geen nieuwe feiten of omstandigheden zijn die aanleiding geven tot herziening. De Raad heeft vastgesteld dat er in het aanvullend verzoekschrift en de bijlagen geen nieuw feit of nieuwe omstandigheid is aangetoond. Hierdoor kon de gewenste hernieuwde discussie over de zaak niet plaatsvinden.
De Centrale Raad van Beroep heeft geconcludeerd dat het verzoek om herziening moet worden afgewezen, omdat er geen termen aanwezig zijn om de eerdere uitspraak te herzien. De beslissing is openbaar uitgesproken en de Raad heeft geen toepassing gegeven aan artikel 8:75 van de Awb, wat betekent dat er geen proceskostenvergoeding wordt toegekend. De uitspraak is gedaan door T.L. de Vries, met M.D.F. de Moor als griffier.