ECLI:NL:CRVB:2010:BO5348
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- H.J. Simon
- Rechtspraak.nl
Weigering van het Uwv om terug te komen op een eerder besluit inzake arbeidsongeschiktheid
In deze zaak heeft appellant hoger beroep ingesteld tegen de uitspraak van de rechtbank Arnhem van 8 april 2010, waarin zijn beroep tegen een besluit van het Uwv ongegrond werd verklaard. Het Uwv had eerder, op 14 april 2008, de uitkering van appellant ingevolge de Wet op de arbeidsongeschiktheidsverzekering (WAO) vastgesteld op 80 tot 100% arbeidsongeschiktheid. Appellant verzocht op 11 juni 2008 om terug te komen van dit besluit, maar het Uwv weigerde dit bij besluit van 14 november 2008. Het bezwaar van appellant tegen deze weigering werd op 7 januari 2009 ongegrond verklaard.
De Centrale Raad van Beroep oordeelde dat de rechtbank terecht had vastgesteld dat er geen nieuwe feiten of veranderde omstandigheden waren die appellant niet eerder had kunnen inbrengen in de bezwaarprocedure. De Raad benadrukte dat volgens artikel 4:6 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) een aanvrager bij een nieuwe aanvraag verplicht is om nieuw gebleken feiten of veranderde omstandigheden te vermelden. Aangezien appellant dit niet had gedaan, kon het Uwv de aanvraag afwijzen.
Appellant voerde aan dat hij ten onrechte niet in de gelegenheid was gesteld om zijn bezwaar in een hoorzitting toe te lichten. De Raad oordeelde echter dat het Uwv in redelijkheid had kunnen afzien van het horen van appellant, gezien de eerdere procedures en de ongegrondheid van de bezwaren. De Raad concludeerde dat de aangevallen uitspraak van de rechtbank moest worden bevestigd en dat er geen termen aanwezig waren om toepassing te geven aan artikel 8:75 van de Awb, wat betreft de proceskosten.
De uitspraak werd gedaan door H.J. Simon, in tegenwoordigheid van griffier R.L. Rijnen, en werd openbaar uitgesproken op 26 november 2010.