ECLI:NL:CRVB:2010:BO0360
Centrale Raad van Beroep
- Verzet
- Rechtspraak.nl
Ongegrond verzet tegen niet-ontvankelijk verklaring wegens niet tijdig betaald griffierecht
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 28 september 2010 uitspraak gedaan in het hoger beroep van appellant, die in Marokko woont, tegen de uitspraak van de rechtbank Amsterdam van 29 oktober 2009. De rechtbank had in de eerdere uitspraak het hoger beroep van appellant niet-ontvankelijk verklaard omdat het verschuldigde griffierecht niet tijdig was betaald. Appellant heeft hiertegen verzet aangetekend, wat ter zitting op 17 augustus 2010 is behandeld. Tijdens deze zitting zijn partijen, met uitzondering van het Uwv, niet verschenen.
De Raad heeft in zijn uitspraak van 26 mei 2010 vastgesteld dat het griffierecht niet binnen de gestelde termijn op de rekening van de Raad was bijgeschreven of ter griffie was gestort. Appellant heeft in zijn verzetschrift aangevoerd dat hij het griffierecht wel tijdig heeft betaald, maar heeft dit niet met bewijsstukken onderbouwd. De Raad oordeelt dat er geen reden is om aan te nemen dat appellant niet in verzuim is geweest, en concludeert dat het verzet ongegrond is.
De Raad heeft geen aanleiding gezien om appellant te veroordelen in de kosten van het verzet. De uitspraak is openbaar gedaan en ondertekend door de voorzitter T.G.M. Simons, met R. Groothuis als griffier.