ECLI:NL:CRVB:2010:BN6700

Centrale Raad van Beroep

Datum uitspraak
10 september 2010
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
09-5908 WIA
Instantie
Centrale Raad van Beroep
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht; Socialezekerheidsrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Beoordeling van het recht op WIA-uitkering na medische beoordeling en geschiktheid van functies

In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 10 september 2010 uitspraak gedaan in het hoger beroep van appellant, die geen recht op een WIA-uitkering werd toegekend. Appellant, die als magazijnmedewerker werkte, was op 5 december 2006 uitgevallen voor zijn werk en had in de beroepsfase medische informatie van zijn KNO-arts, internist en cardioloog ingebracht. De Raad oordeelde dat deze informatie niet leidde tot het oordeel dat appellant extra functionele beperkingen had die zijn geschiktheid voor de geduide functies zouden beïnvloeden. De rechtbank Rotterdam had eerder het beroep van appellant ongegrond verklaard, waarbij werd geoordeeld dat het Uwv de functionele mogelijkheden van appellant correct had vastgesteld.

Appellant was van mening dat onvoldoende rekening was gehouden met zijn klachten, waaronder beperkte gehoor en tinnitus, en dat de functies van technical sales engineer en printmonteur ongeschikt voor hem waren. Het Uwv had echter gesteld dat de bezwaarverzekeringsarts voldoende rekening had gehouden met de medische gegevens en dat de geduide functies medisch geschikt waren. De Raad onderschreef deze opvatting en concludeerde dat de aan appellant voorgehouden functies, ondanks zijn klachten, voor hem in medisch opzicht geschikt waren. De Raad bevestigde de aangevallen uitspraak en zag geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling.

Uitspraak

09/5908 WIA
Centrale Raad van Beroep
Enkelvoudige kamer
U I T S P R A A K
op het hoger beroep van:
[Appellant], wonende te [woonplaats] (hierna: appellant),
tegen de uitspraak van de rechtbank Rotterdam van 21 september 2009, 09/1452 (hierna: aangevallen uitspraak),
in het geding tussen:
appellant
en
de Raad van bestuur van het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (hierna: Uwv).
Datum uitspraak: 10 september 2010
I. PROCESVERLOOP
Namens appellant is hoger beroep ingesteld.
Het Uwv heeft een verweerschrift ingediend.
Partijen hebben nadere stukken ingediend.
Het onderzoek ter zitting heeft plaatsgevonden op 30 juli 2010.
Appellant was vertegenwoordigd door zijn gemachtigde mr. J. Heek, werkzaam bij SRK Rechtsbijstand te Zoetermeer, en het Uwv door mr. M.K. Dekker.
II. OVERWEGINGEN
1.1. Appellant was werkzaam als magazijnmedewerker gedurende gemiddeld 40,73 uur per week toen hij op 5 december 2006 uitviel voor zijn werk.
1.2. Bij besluit van 27 maart 2009 heeft het Uwv - beslissend op bezwaar - zijn besluit gehandhaafd inhoudend dat, gelet op verzekeringsgeneeskundig en arbeidskundig onderzoek, er voor appellant na afloop van de wettelijke wachttijd per
8 december 2008 geen recht is ontstaan op een uitkering op grond van de Wet werk en inkomen naar arbeidsvermogen (Wet WIA).
2. Appellant heeft tegen dit besluit (hierna: het bestreden besluit) beroep ingesteld. Bij de aangevallen uitspraak heeft de rechtbank het beroep ongegrond verklaard. De rechtbank heeft hiertoe, kort samengevat, geoordeeld dat het Uwv de functionele mogelijkheden van appellant juist heeft vastgesteld en dat niet is gebleken dat de belasting in de aan het bestreden besluit ten grondslag gelegde functies zijn functionele mogelijkheden op de in geding zijnde datum overschreden.
3.1. Appellant kan zich niet vinden in de aangevallen uitspraak omdat hierin onvoldoende rekening is gehouden met zijn klachten waarvoor hij in behandeling was bij een cardioloog, internist en KNO-arts. Hij acht zich niet in staat fulltime te werken. Verder acht hij de gehanteerde functies, zoals die van technical sales engineer en printmonteur, ongeschikt omdat hierbij geen rekening is gehouden met zijn beperkte gehoor, het feit dat hij op een rustige werkomgeving is aangewezen en de omstandigheid dat er bij laatstgenoemde functie soldeerdamp voorkomt op de werkvloer.
3.2. Het Uwv heeft erop gewezen dat de bezwaarverzekeringsarts in aanmerking heeft genomen dat de medische kaart van de huisarts die zij heeft ontvangen, de uitslagen bevat van het bij appellant verrichte medisch specialistisch onderzoek en dat hieruit blijkt dat er geen cardiologische en reumatologische afwijkingen zijn gevonden. De wel aanwezige KNO-problemen zijn volgens haar, ook als rekening wordt gehouden met een iets groter gehoorverlies rechts dan aanvankelijk is aangenomen, voldoende in aanmerking genomen bij het vaststellen van de Functionele Mogelijkhedenlijst. Verder heeft het Uwv verwezen naar de reactie van de bezwaarverzekeringsarts van 20 juli 2009, inhoudend dat bij het selecteren van functies voldoende rekening is gehouden met appellants beperkte gehoor en zijn tinnitusklachten, alsook met de voorwaarde die om medische reden is gesteld aan de werkomgeving.
4. De Raad overweegt als volgt.
4.1. De medische informatie van zijn KNO-arts, internist en cardioloog die door appellant in de beroepsfase alsnog is ingebracht, brengt de Raad niet tot het oordeel dat appellant op 8 december 2008 klachten had die zouden moeten leiden tot extra functionele beperkingen. Het gaat hierbij om klachten, waarmee door de verzekeringsarts en in de bezwaarfase door de bezwaarverzekeringsarts al voldoende rekening is gehouden. Met betrekking tot de door appellant bepleite urenbeperking in verband met het gebruik van medicatie, zijn slaapapnoe en gewrichtsklachten overweegt de Raad dat door appellant geen medische gegevens zijn ingebracht waaruit, naar objectieve maatstaven gemeten, een dergelijke noodzaak blijkt.
4.2. De Raad onderschrijft voorts de opvatting van het Uwv over de medische geschiktheid van de geduide functies. De stelling van appellant dat hij de functies van technical sales engineer (Sbc-code 516110), printmonteur convention (Sbc-code 111180) en elektronica monteur (Sbc-code 267040) op de in geding zijnde datum niet kon vervullen volgt de Raad niet. De bezwaarverzekeringsarts heeft na kennisneming van de inhoud van deze functies in de bezwaarfase desgevraagd toegelicht dat in de functie van technical sales engineer het telefoneren geen zodanige belemmering is dat appellante deze functie niet zou kunnen uitoefenen. In hoger beroep heeft zij voorts aangegeven dat appellant in staat moet worden geacht zich voldoende te kunnen concentreren. De functie van printmonteur convention is volgens haar geschikt omdat de functionaris niet zelf soldeert en niet vlak boven de bron van de damp zit. Overigens heeft zij wel enkele andere functies binnen de desbetreffende Sbc-code om die reden ongeschikt voor appellant bevonden. De Raad acht, tevens gelet op de gegeven arbeidskundige toelichting, voldoende onderbouwd dat de aan appellant voorgehouden functies voor hem in medisch opzicht geschikt zijn. Hierbij neemt de Raad in beschouwing dat, anders dan appellant meent, het werken in grote ruimtes met een hoog geluidsniveau, noch het werken op gevaarlijke plaatsen in de geselecteerde functies aan de orde is.
4.3. Op grond van hetgeen is overwogen onder 4.1 en 4.2 dient de aangevallen uitspraak te worden bevestigd.
4.4. De Raad ziet geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling.
III. BESLISSING
De Centrale Raad van Beroep,
Recht doende:
Bevestigt de aangevallen uitspraak.
Deze uitspraak is gedaan door G. van der Wiel, in tegenwoordigheid van M.R. van der Vos als griffier. De beslissing is uitgesproken in het openbaar op 10 september 2010.
(get.) G. van der Wiel.
(get.) M.R. van der Vos.
TM