ECLI:NL:CRVB:2010:BN6016

Centrale Raad van Beroep

Datum uitspraak
3 september 2010
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
09-2675 ANW
Instantie
Centrale Raad van Beroep
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht; Socialezekerheidsrecht
Procedures
  • Herziening
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Afwijzing verzoek om herziening van uitspraak inzake sociale verzekeringsbank

In deze zaak heeft verzoekster, wonende in Marokko, op 21 april 2009 een verzoek tot herziening ingediend van een eerdere uitspraak van de Raad van 18 december 2008. Dit verzoek is behandeld tijdens een zitting op 23 juli 2010, waarbij verzoekster niet aanwezig was, maar de Sociale verzekeringsbank (Svb) vertegenwoordigd was door F.M. Aalders. De Centrale Raad van Beroep heeft overwogen dat het rechtsmiddel van herziening enkel kan worden toegepast op basis van nieuwe feiten of omstandigheden, zoals vastgelegd in artikel 8:88 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) en artikel 21 van de Beroepswet. De Raad heeft vastgesteld dat verzoekster geen nieuwe feiten of omstandigheden heeft aangedragen die een herziening van de eerdere uitspraak rechtvaardigen. De omstandigheden die verzoekster aanvoert, zijn reeds eerder in de procedure naar voren gebracht en kunnen derhalve niet als nieuw worden beschouwd. De Raad heeft het verzoek om herziening dan ook afgewezen. De uitspraak is gedaan door T.L. de Vries, in tegenwoordigheid van A.L. de Gier als griffier, en is openbaar uitgesproken op 3 september 2010.

Uitspraak

09/2675 ANW
Centrale Raad van Beroep
Enkelvoudige kamer
U I T S P R A A K
Met toepassing van artikel 21 van de Beroepswet in samenhang met artikel 8:88 van de Algemene wet bestuursrecht op het verzoek van:
[Verzoekster], wonende te Marokko (hierna: verzoekster),
om herziening van de uitspraak van de Raad van 18 december 2008, 08/796,
in het geding tussen:
verzoekster
en
de Raad van bestuur van de Sociale verzekeringsbank (hierna: Svb).
Datum uitspraak: 3 september 2010
I. PROCESVERLOOP
Bij uitspraak van 18 december 2008 heeft de Raad bevestigd de uitspraak van de rechtbank Amsterdam van
20 december 2007, nr. 07/1490.
Verzoekster heeft bij brief van 21 april 2009 verzocht om herziening van de uitspraak van de Raad van 18 december 2008.
Door de Svb is op dit verzoek om herziening een reactie ingezonden, waarop vervolgens door verzoekster is gereageerd.
Het verzoek is behandeld ter zitting van de Raad op 23 juli 2010. Verzoekster is daar niet verschenen en de Svb heeft zich laten vertegenwoordigen door F.M. Aalders.
II. OVERWEGINGEN
1. Ingevolge artikel 8:88, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht (hierna: Awb) kan de Raad op verzoek van een partij een onherroepelijk geworden uitspraak herzien op grond van feiten of omstandigheden die:
a. hebben plaatsgevonden vóór de uitspraak;
b. bij de indiener van het verzoekschrift vóór de uitspraak niet bekend waren en redelijkerwijs niet bekend konden zijn, en
c. waren zij bij de Raad eerder bekend geweest, tot een andere uitspraak zouden hebben kunnen leiden.
2. Verzoekster heeft in haar verzoek om herziening aangevoerd dat zij het niet eens is met de uitspraak van de Raad van
18 december 2008, omdat zij invalide is en medische behandelingen ondergaat.
3. Zoals de Raad reeds eerder heeft overwogen is het (bijzondere) rechtsmiddel van herziening niet gegeven om anders dan op grond van enig nieuw feit of enige nieuwe omstandigheid als bedoeld in artikel 8:88 van de Awb juncto artikel 21 van de Beroepswet, een hernieuwde discussie over de betrokken uitspraak te openen. Het verzoek om herziening dient dan ook te worden afgewezen, nu gesteld noch gebleken is dat namens verzoekster enig nieuw feit of enige nieuwe omstandigheid als bedoeld in genoemde bepalingen van de Awb, naar voren is gebracht. Daarbij wijst de Raad erop dat de door verzoekster aangevoerde omstandigheden ook al naar voren zijn gebracht in de procedure die heeft geleid tot de uitspraak van 18 december 2008.
4. Voor een proceskostenveroordeling ziet de Raad geen aanleiding.
III. BESLISSING
De Centrale Raad van Beroep;
Recht doende:
Wijst het verzoek om herziening af.
Deze uitspraak is gedaan door T.L. de Vries in tegenwoordigheid van A.L. de Gier als griffier. De beslissing is uitgesproken in het openbaar op 3 september 2010.
(get.) T.L. de Vries.
(get.) A.L. de Gier.
EV