ECLI:NL:CRVB:2010:BN5965

Centrale Raad van Beroep

Datum uitspraak
3 september 2010
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
09-3168 AOW
Instantie
Centrale Raad van Beroep
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht; Socialezekerheidsrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Toepassing pensioen met korting wegens niet verzekerde jaren

In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 3 september 2010 uitspraak gedaan in het hoger beroep van appellant, die in Marokko woont. Appellant had hoger beroep ingesteld tegen de uitspraak van de rechtbank Amsterdam van 7 mei 2009, waarin het beroep tegen het besluit van de Sociale verzekeringsbank (Svb) ongegrond was verklaard. De Svb had appellant op 19 oktober 2007 een pensioen toegekend op grond van de Algemene Ouderdomswet (AOW), maar met een korting van 46% vanwege 23 niet verzekerde jaren. Appellant was van mening dat het aan hem toegekende AOW-pensioen niet hoog genoeg was en verzocht om nieuw onderzoek door de Svb.

De Centrale Raad van Beroep heeft in zijn overwegingen de argumenten van appellant beoordeeld. De Raad onderschreef de overwegingen van de rechtbank en concludeerde dat appellant geen nieuwe informatie had ingebracht die de stelling dat het aantal verzekerde jaren onjuist was, kon onderbouwen. Hierdoor werd het hoger beroep van appellant niet gegrond verklaard. De Raad bevestigde de aangevallen uitspraak van de rechtbank en zag geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling.

De uitspraak werd gedaan door T.L. de Vries, in tegenwoordigheid van A.L. de Gier als griffier. Partijen hebben de mogelijkheid om binnen zes weken na verzending van de uitspraak beroep in cassatie in te stellen bij de Hoge Raad der Nederlanden, indien zij menen dat er sprake is van schending of verkeerde toepassing van de relevante bepalingen.

Uitspraak

09/3168 AOW
Centrale Raad van Beroep
Enkelvoudige kamer
U I T S P R A A K
op het hoger beroep van:
[Appellant], wonende te [woonplaats], Marokko (hierna: appellant),
tegen de uitspraak van de rechtbank Amsterdam van 7 mei 2009, 08/1871 (hierna: aangevallen uitspraak),
in het geding tussen:
appellant
en
de Raad van bestuur van de Sociale verzekeringsbank (hierna: Svb).
Datum uitspraak: 3 september 2010
I. PROCESVERLOOP
Appellant heeft hoger beroep ingesteld.
De Svb heeft een verweerschrift ingediend.
Het onderzoek ter zitting heeft plaatsgevonden op 23 juli 2010. Appellant is niet verschenen. De Svb heeft zich laten vertegenwoordigen door mr. H.S. van Zanten.
II. OVERWEGINGEN
1. De Svb heeft appellant (geboren [in] 1942) bij besluit van 19 oktober 2007 op grond van de Algemene Ouderdomswet (AOW) vanaf juli 2007 een pensioen toegekend. Daarbij heeft de Svb een korting toegepast van 46% wegens 23 niet verzekerde jaren. Het bezwaar van appellant hiertegen heeft de Svb bij besluit van 21 april 2008 (hierna: het bestreden besluit) ongegrond verklaard.
2. Bij de aangevallen uitspraak heeft de rechtbank het beroep tegen het besluit op bezwaar ongegrond verklaard.
3. In hoger beroep heeft appellant zich op het standpunt gesteld dat de Svb nieuw onderzoek moet doen, omdat hij de mening is toegedaan dat het aan hem toegekende AOW-pensioen niet hoog genoeg is.
4.1. De Raad onderschrijft de ter zake door de rechtbank in de aangevallen uitspraak gebezigde overwegingen en maakt deze geheel tot de zijne. Appellant heeft geen informatie ingebracht die aanknopingspunten biedt voor de stelling dat het door de Svb voor appellant vastgestelde aantal verzekerde jaren onjuist zou zijn.
4.2. Gelet op het vorenstaande slaagt het hoger beroep van appellant niet. De aangevallen uitspraak zal daarom worden bevestigd.
4.3. De Raad ziet geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling.
III. BESLISSING
De Centrale Raad van Beroep,
Recht doende:
Bevestigt de aangevallen uitspraak.
Deze uitspraak is gedaan door T.L. de Vries, in tegenwoordigheid van A.L. de Gier als griffier. De beslissing is uitgesproken in het openbaar op 3 september 2010.
(get.) T.L. de Vries.
(get.) A.L. de Gier.
Tegen deze uitspraak kunnen partijen binnen zes weken na de datum van verzending beroep in cassatie instellen bij de Hoge Raad der Nederlanden (Postbus 20303, 2500 EH ’s-Gravenhage) ter zake van schending of verkeerde toepassing van bepalingen inzake het begrip kring van verzekerden.
EV