ECLI:NL:CRVB:2010:BN5934
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- T.L. de Vries
- A.L. de Gier
- Rechtspraak.nl
Niet-ontvankelijkverklaring van het beroepschrift inzake eenmalige uitkering op basis van de Tijdelijke regeling eenmalige tegemoetkoming pensioenverevening bij echtscheiding
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 3 september 2010 uitspraak gedaan in het hoger beroep van appellante tegen de uitspraak van de rechtbank Roermond van 15 december 2009. Appellante had hoger beroep ingesteld tegen de beslissing van de Raad van bestuur van de Sociale verzekeringsbank (Svb) die haar had medegedeeld dat zij niet in aanmerking kwam voor een eenmalige uitkering op basis van de Tijdelijke regeling eenmalige tegemoetkoming pensioenverevening bij echtscheiding (TRP). De Svb had het bezwaar van appellante tegen deze beslissing ongegrond verklaard.
Het procesverloop begon met een brief van de zoon van appellante aan de rechtbank Amsterdam, die op 23 april 2009 was verzonden. Deze brief kwam via de Sociale verzekeringsbank en de rechtbank Maastricht op 17 augustus 2009 als beroepschrift bij de rechtbank Roermond binnen. De rechtbank vroeg appellante op 25 augustus 2009 naar de redenen voor het overschrijden van de beroepstermijn. Appellante reageerde hierop, maar de rechtbank concludeerde dat er geen feiten of omstandigheden waren die de overschrijding van de termijn verschoonbaar maakten.
De Centrale Raad van Beroep bevestigde de uitspraak van de rechtbank en verklaarde het beroep niet-ontvankelijk. De Raad oordeelde dat appellante geen gronden had aangedragen die de overschrijding van de beroepstermijn konden rechtvaardigen. De Raad zag ook geen aanleiding voor een veroordeling in de proceskosten. De uitspraak werd openbaar uitgesproken op 3 september 2010 door T.L. de Vries, in tegenwoordigheid van A.L. de Gier als griffier.