ECLI:NL:CRVB:2010:BN5933
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Bevestiging van de aangevallen uitspraak inzake WIA en het besluit van het Uwv
In deze zaak, behandeld door de Centrale Raad van Beroep op 3 september 2010, staat de vraag centraal of de aangevallen uitspraak van de rechtbank ’s-Hertogenbosch, die het besluit van het Uwv van 29 mei 2008 instandhield, terecht is. Appellante, vertegenwoordigd door mr. G.H. Rompen, heeft hoger beroep ingesteld tegen deze uitspraak. Het Uwv heeft gereageerd met een verweerschrift. Tijdens de zitting op 23 juli 2010 is appellante niet verschenen, terwijl het Uwv werd vertegenwoordigd door mr. B.H.C. de Bruin.
De Raad heeft in zijn overwegingen de argumenten van appellante in hoger beroep beoordeeld. Deze argumenten waren in wezen een herhaling van de eerder in eerste aanleg naar voren gebrachte stellingen, die door de rechtbank op goede gronden waren verworpen. De Raad heeft geen aanleiding gevonden om tot een ander oordeel te komen dan de rechtbank en heeft de aangevallen uitspraak bevestigd. De Raad concludeert dat het hoger beroep niet kan slagen en ziet geen redenen om artikel 8:75 van de Algemene wet bestuursrecht toe te passen, wat betekent dat er geen proceskosten worden toegewezen.
De uitspraak is openbaar gedaan en ondertekend door T.L. de Vries, met A.L. de Gier als griffier. De beslissing bevestigt de eerdere uitspraak van de rechtbank, waarmee de rechtsgang in deze zaak is afgesloten.