ECLI:NL:CRVB:2010:BN5928
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Niet-ontvankelijkverklaring bezwaar tegen kinderbijslag door overschrijding termijn
In deze zaak gaat het om een hoger beroep van appellanten, wonende in Frankrijk, tegen de uitspraak van de rechtbank Amsterdam van 29 december 2009. De Centrale Raad van Beroep heeft op 3 september 2010 uitspraak gedaan in het hoger beroep, dat betrekking heeft op de niet-ontvankelijkverklaring van het bezwaar van appellanten tegen een besluit van de Sociale verzekeringsbank (Svb). Dit besluit, genomen op 23 mei 2008, hield in dat appellanten vanaf het vierde kwartaal van 2002 geen recht meer hadden op kinderbijslag, omdat zij niet meer in Nederland wonen en werken. De Svb had het besluit verzonden naar het bij hen bekende adres van appellanten in Den Haag.
Appellanten maakten bezwaar tegen dit besluit, maar dienden dit bezwaar pas op 8 september 2008 in, wat volgens de Svb te laat was. De Svb verklaarde het bezwaar niet-ontvankelijk, omdat de termijn voor het indienen van bezwaar was overschreden en er geen verschoonbare termijnoverschrijding was aangetoond. Appellanten stelden dat zij het besluit pas in september 2008 onder ogen hadden gekregen, maar de Raad oordeelde dat het aan hen was om ervoor te zorgen dat de post tijdig aan hen werd doorgezonden.
De Centrale Raad van Beroep bevestigde de uitspraak van de rechtbank en oordeelde dat er geen nieuwe of andere omstandigheden waren aangevoerd die de termijnoverschrijding verschoonbaar zouden maken. De Raad zag ook geen aanleiding voor een veroordeling tot vergoeding van proceskosten. De uitspraak werd gedaan door T.L. de Vries, in tegenwoordigheid van A.L. de Gier als griffier, en werd openbaar uitgesproken op 3 september 2010.