ECLI:NL:CRVB:2010:BN3809
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Ch. van Voorst
- Rechtspraak.nl
Intrekking hoger beroep en vergoeding van wettelijke rente over na te betalen uitkering
In deze zaak heeft appellante, vertegenwoordigd door mr. S. Broens, hoger beroep ingesteld tegen een uitspraak van de rechtbank Utrecht. De rechtbank had op 25 september 2007 een uitspraak gedaan in een geschil tussen appellante en het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (Uwv). Op 18 maart 2010 heeft het Uwv een nieuwe beslissing op bezwaar genomen, waarna appellante op 26 april 2010 het hoger beroep heeft ingetrokken. Tegelijkertijd heeft zij verzocht om het Uwv te veroordelen in de proceskosten en schadevergoeding.
De Centrale Raad van Beroep heeft vastgesteld dat het Uwv met de nieuwe beslissing geheel tegemoet is gekomen aan de bezwaren van appellante. De Raad heeft vervolgens het verzoek van appellante om het Uwv te veroordelen tot vergoeding van de wettelijke rente over de na te betalen uitkering toegewezen. De Raad verwijst hierbij naar een eerdere uitspraak waarin de wijze van rente berekening is uiteengezet.
Daarnaast heeft de Raad de proceskosten die appellante heeft gemaakt in verband met deze procedure toegewezen. De kosten zijn begroot op € 644,- voor rechtsbijstand in beroep en € 322,- voor rechtsbijstand in hoger beroep, wat in totaal neerkomt op € 966,-. De Raad heeft de uitspraak openbaar gedaan op 11 augustus 2010, waarbij Ch. van Voorst als rechter en A.L. de Gier als griffier aanwezig waren.