ECLI:NL:CRVB:2010:BN3323
Centrale Raad van Beroep
- Verzet
- Rechtspraak.nl
Verzet ongegrond wegens niet tijdig indienen hogerberoepschrift
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 22 juli 2010 uitspraak gedaan in het verzet van appellant tegen een eerdere uitspraak van 18 februari 2010. Appellant had verzet aangetekend tegen de niet-ontvankelijkverklaring van zijn beroep tegen een besluit van de Raadskamer WUBO van de Pensioen- en Uitkeringsraad, dat op 31 augustus 2009 was genomen. De Raad had geoordeeld dat het beroepschrift niet tijdig was ingediend, aangezien de laatste dag voor het indienen op 12 oktober 2009 viel en het beroepschrift pas op 16 oktober 2009 was ontvangen, gedateerd 13 oktober 2009.
Appellant stelde in zijn verzetschrift dat hij afhankelijk was van een verklaring van zijn huisarts, welke hij pas op 13 oktober 2009 ontving. De Raad overwoog echter dat appellant binnen de beroepstermijn een beroepschrift had kunnen indienen of zich op een andere manier tot de Raad had kunnen wenden. De Raad concludeerde dat er geen grond was voor het oordeel dat de termijnoverschrijding niet verwijtbaar was en verklaarde het verzet ongegrond.
De uitspraak werd gedaan door T.G.M. Simons, in tegenwoordigheid van griffier R. Groothuis. De Raad zag geen aanleiding voor een veroordeling in de kosten van het verzet. De uitspraak werd openbaar uitgesproken op dezelfde datum.