ECLI:NL:CRVB:2010:BN2560
Centrale Raad van Beroep
- Verzet
- Rechtspraak.nl
Ongegrondverklaring van verzet tegen niet-ontvankelijk verklaring van hoger beroep wegens te late indiening
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 22 juli 2010 uitspraak gedaan in het kader van een verzetprocedure. Appellant had eerder hoger beroep ingesteld tegen een uitspraak van de rechtbank Haarlem, maar dit hoger beroep was op 9 februari 2010 niet-ontvankelijk verklaard omdat het hogerberoepschrift niet tijdig was ingediend. De laatste dag voor indiening was 11 november 2009, maar het hogerberoepschrift was pas op 18 november 2009 verzonden. Appellant heeft verzet aangetekend tegen deze uitspraak, stellende dat hij door een ziekenhuisopname tijdens zijn vakantie in Bulgarije niet in staat was om tijdig het hogerberoepschrift in te dienen.
Tijdens de zitting op 10 juni 2010 was appellant aanwezig, maar het College van burgemeester en wethouders van de gemeente Haarlem was niet verschenen. Appellant kon echter geen schriftelijke bewijsstukken overleggen van zijn ziekenhuisopname, omdat het ziekenhuis deze niet wilde verstrekken vanwege een openstaande schuld van € 2.800,-. Ook kon hij geen andere bewijsstukken overleggen, zoals een agenda, om aan te tonen wanneer de ziekenhuisopname had plaatsgevonden en hoe lang deze had geduurd.
De Raad heeft geconcludeerd dat er onvoldoende feitelijke gegevens beschikbaar zijn om te oordelen dat appellant tijdens de gehele beroepstermijn verhinderd was om het hogerberoepschrift in te dienen. Daarom werd het verzet ongegrond verklaard. De Raad heeft echter besloten om het door appellant betaalde griffierecht van € 110,- terug te betalen, maar zag geen aanleiding om de kosten van het verzet te veroordelen. De uitspraak werd gedaan door T.G.M. Simons, in tegenwoordigheid van R. Groothuis als griffier.