ECLI:NL:CRVB:2010:BM9535
Centrale Raad van Beroep
- Verzet
- Rechtspraak.nl
Niet-ontvankelijkheid van verzet wegens termijnoverschrijding in bestuursrechtelijke procedure
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 10 juni 2010 uitspraak gedaan over de ontvankelijkheid van een verzet dat door appellant was ingediend tegen een eerdere uitspraak van de Raad. Appellant, woonachtig in Marokko, had verzet aangetekend tegen de uitspraak van 10 november 2009, waarin zijn hoger beroep niet-ontvankelijk was verklaard. De Raad heeft vastgesteld dat het verzetschrift, gedateerd 28 januari 2010, pas op 5 februari 2010 was ontvangen, wat betekent dat het niet tijdig was ingediend. De termijn voor het indienen van het verzetschrift eindigde op 24 december 2009.
Appellant heeft aangevoerd dat hij in de periode van 2 oktober 2009 tot 30 december 2009 ernstig ziek was en dat hij een andere persoon had gemachtigd om het verzetschrift in te dienen. De Raad heeft echter geoordeeld dat de termijnoverschrijding niet verschoonbaar was. De aard van de ziekte was niet zodanig dat appellant gedurende de gehele verzetstermijn niet in staat was zijn belangen te behartigen. Bovendien kwam het verzuim van de gemachtigde voor rekening en risico van appellant.
De Centrale Raad van Beroep heeft daarom het verzet niet-ontvankelijk verklaard. De uitspraak is gedaan door T.G.M. Simons, in tegenwoordigheid van R. Groothuis als griffier, en is openbaar uitgesproken op 10 juni 2010. Er is geen aanleiding voor een veroordeling in de proceskosten van het verzet.