ECLI:NL:CRVB:2010:BM9506

Centrale Raad van Beroep

Datum uitspraak
10 juni 2010
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
09-5126 WIA-V
Instantie
Centrale Raad van Beroep
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht; Socialezekerheidsrecht
Procedures
  • Verzet
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Ongegrondverklaring verzet wegens onverschoonbare overschrijding hogerberoepstermijn

In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 10 juni 2010 uitspraak gedaan over het verzet van appellante tegen een eerdere uitspraak van 23 december 2009. Appellante had hoger beroep ingesteld tegen een uitspraak van de rechtbank Zwolle-Lelystad van 29 juli 2009, maar dit hoger beroep werd niet-ontvankelijk verklaard omdat het hogerberoepschrift niet tijdig was ingediend. Appellante heeft verzet aangetekend tegen deze beslissing, maar is niet verschenen op de zitting van 29 april 2010.

De Raad heeft in zijn eerdere uitspraak van 23 december 2009 overwogen dat appellante niet aannemelijk heeft gemaakt dat zij gedurende de gehele hogerberoepstermijn van zes weken door haar klachten niet in staat was om zelf een hogerberoepschrift in te dienen of dit door een ander te laten doen. In het verzetschrift heeft appellante verwezen naar een eerdere brief van 8 oktober 2009, maar de Raad heeft geen nieuwe gronden gevonden om tot een ander oordeel te komen.

De Centrale Raad van Beroep heeft geconcludeerd dat het verzet ongegrond is en heeft geen aanleiding gezien om appellante te veroordelen in de proceskosten. De uitspraak is openbaar gedaan en ondertekend door de voorzitter T.G.M. Simons en griffier R. Groothuis. De laatste dag waarop het hogerberoepschrift tijdig kon worden ingediend was 9 september 2009, maar het is pas op 10 september 2009 verzonden, wat bevestigt dat het niet tijdig is ingediend.

Uitspraak

09/5126 WIA-V
Centrale Raad van Beroep
Enkelvoudige kamer
U I T S P R A A K
als bedoeld in artikel 8:55, vijfde lid, van de Algemene wet bestuursrecht en artikel 21 van de Beroepswet in verband met het hoger beroep van:
[Appellante], wonende te [woonplaats] (hierna: appellante),
tegen de uitspraak van de rechtbank Zwolle-Lelystad van 29 juli 2009, 09/236 (hierna: aangevallen uitspraak),
in het geding tussen:
appellante
en
de Raad van bestuur van het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (hierna: Uwv)
Datum uitspraak: 10 juni 2010
I. PROCESVERLOOP
Bij uitspraak als bedoeld in artikel 8:54 van de Algemene wet bestuursrecht en artikel 21 van de Beroepswet van 23 december 2009 heeft de Raad het door appellante ingestelde hoger beroep tegen de aangevallen uitspraak niet-ontvankelijk verklaard.
Tegen de uitspraak van 23 december 2009 heeft appellante verzet gedaan.
Het verzet is ter behandeling aan de orde gesteld ter zitting van 29 april 2010, waar partijen - appellante met voorafgaand bericht - niet zijn verschenen.
II. OVERWEGINGEN
De uitspraak van de Raad van 23 december 2009 berust op de overwegingen dat het hogerberoepschrift niet tijdig is ingediend, en dat redelijkerwijs niet kan worden geoordeeld dat appellante niet in verzuim is geweest.
De laatste dag waarop tijdig een hogerberoepschrift kon worden ingediend was
9 september 2009. Het hogerberoepschrift is op 10 september 2009 verzonden. Daarmee staat vast dat het hogerberoepschrift niet tijdig is ingediend.
In het verzetschrift heeft appellante verwezen naar hetgeen zij eerder, namelijk bij brief van 8 oktober 2009, over de reden voor de termijnoverschrijding heeft aangevoerd. Daarover heeft de Raad in de uitspraak van 23 december 2009 overwogen dat niet aannemelijk is gemaakt dat appellante gedurende de gehele hogerberoepstermijn (van zes weken) ten gevolge van haar klachten buiten staat was om zelf een hogerberoepschrift in te dienen of dit door een ander te laten doen. De Raad ziet geen grond om - thans - tot een ander oordeel te komen.
Dit betekent dat het verzet ongegrond dient te worden verklaard.
Voor een veroordeling in de proceskosten van het verzet is geen aanleiding.
III. BESLISSING
De Centrale Raad van Beroep;
Recht doende:
Verklaart het verzet ongegrond.
Deze uitspraak is gedaan door T.G.M. Simons, in tegenwoordigheid van R. Groothuis als griffier. De beslissing is uitgesproken in het openbaar op 10 juni 2010.
(get.) T.G.M. Simons.
(get.) R. Groothuis.
AV