ECLI:NL:CRVB:2010:BM9506
Centrale Raad van Beroep
- Verzet
- Rechtspraak.nl
Ongegrondverklaring verzet wegens onverschoonbare overschrijding hogerberoepstermijn
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 10 juni 2010 uitspraak gedaan over het verzet van appellante tegen een eerdere uitspraak van 23 december 2009. Appellante had hoger beroep ingesteld tegen een uitspraak van de rechtbank Zwolle-Lelystad van 29 juli 2009, maar dit hoger beroep werd niet-ontvankelijk verklaard omdat het hogerberoepschrift niet tijdig was ingediend. Appellante heeft verzet aangetekend tegen deze beslissing, maar is niet verschenen op de zitting van 29 april 2010.
De Raad heeft in zijn eerdere uitspraak van 23 december 2009 overwogen dat appellante niet aannemelijk heeft gemaakt dat zij gedurende de gehele hogerberoepstermijn van zes weken door haar klachten niet in staat was om zelf een hogerberoepschrift in te dienen of dit door een ander te laten doen. In het verzetschrift heeft appellante verwezen naar een eerdere brief van 8 oktober 2009, maar de Raad heeft geen nieuwe gronden gevonden om tot een ander oordeel te komen.
De Centrale Raad van Beroep heeft geconcludeerd dat het verzet ongegrond is en heeft geen aanleiding gezien om appellante te veroordelen in de proceskosten. De uitspraak is openbaar gedaan en ondertekend door de voorzitter T.G.M. Simons en griffier R. Groothuis. De laatste dag waarop het hogerberoepschrift tijdig kon worden ingediend was 9 september 2009, maar het is pas op 10 september 2009 verzonden, wat bevestigt dat het niet tijdig is ingediend.