ECLI:NL:CRVB:2010:BM9441
Centrale Raad van Beroep
- Herziening
- Rechtspraak.nl
Niet-ontvankelijkheid van verzoek om herziening wegens niet tijdig betalen griffierecht
In deze zaak heeft verzoeker, wonende in Marokko, een verzoek om herziening ingediend tegen een eerdere uitspraak van de Raad van 18 december 2009. De Centrale Raad van Beroep heeft op 23 juni 2010 uitspraak gedaan in deze herzieningsprocedure. De Raad heeft vastgesteld dat verzoeker niet tijdig het verschuldigde griffierecht van € 110,-- heeft betaald. Verzoeker is herhaaldelijk gewezen op de verplichting tot betaling van het griffierecht, zowel per brief op 2 april 2010 als per aangetekende brief op 3 mei 2010. In deze laatste brief werd verzoeker erop gewezen dat overschrijding van de termijn voor betaling zou kunnen leiden tot niet-ontvankelijkheid van het verzoek.
De Raad heeft geconcludeerd dat het griffierecht niet binnen de gestelde termijn is voldaan en dat er geen reden is om aan te nemen dat verzoeker niet in verzuim is geweest. Hierdoor heeft de Raad het verzoek om herziening kennelijk niet-ontvankelijk verklaard, zonder verder onderzoek te doen. De Raad heeft ook geen aanleiding gezien voor een proceskostenveroordeling.
De uitspraak is gedaan door T.L. de Vries, met T. Hemelrijk-van den Oudenalder als griffier. De beslissing is openbaar uitgesproken op 23 juni 2010. Tegen deze uitspraak kunnen belanghebbenden en het bestuursorgaan binnen zes weken schriftelijk verzet doen bij de Centrale Raad van Beroep.