ECLI:NL:CRVB:2010:BM5631
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Beëindiging van WGA-uitkering op basis van medische en arbeidskundige beoordeling
In deze zaak gaat het om het hoger beroep van appellante tegen de uitspraak van de rechtbank ’s-Gravenhage, waarin het beroep tegen het besluit van het Uwv om de WGA-uitkering van appellante te beëindigen, ongegrond werd verklaard. De Centrale Raad van Beroep heeft op 21 mei 2010 uitspraak gedaan. Appellante, vertegenwoordigd door haar advocaat mr. J.M.M. Brouwer, heeft in hoger beroep aangevoerd dat onvoldoende rekening is gehouden met haar pijn- en psychische klachten. Ze verwees naar een brief van PsyQ van 4 maart 2010 ter onderbouwing van haar standpunt. Het Uwv, vertegenwoordigd door mr. R.A.C. Rijk, heeft een verweerschrift ingediend en de rechtbank heeft in haar eerdere uitspraak geoordeeld dat de medische informatie geen twijfels oproept over de belastbaarheid van appellante.
De Raad heeft de argumenten van appellante in hoger beroep beoordeeld en is van mening dat deze geen aanleiding geven tot twijfel aan de medische beoordeling door de (bezwaar)verzekeringsartsen. De Raad heeft de overwegingen van de rechtbank overgenomen en bevestigd dat het Uwv op goede gronden de geselecteerde functies voor de schatting heeft gebruikt. De Raad heeft geen nieuwe medische feiten gevonden die de eerdere beoordeling in twijfel trekken.
Uiteindelijk heeft de Centrale Raad van Beroep de aangevallen uitspraak bevestigd en geen termen gezien om het Uwv te veroordelen in de proceskosten van appellante. De uitspraak is openbaar gedaan op 21 mei 2010.