ECLI:NL:CRVB:2010:BM3146

Centrale Raad van Beroep

Datum uitspraak
19 april 2010
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
09-3635 WUBO-V
Instantie
Centrale Raad van Beroep
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht; Socialezekerheidsrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Niet-ontvankelijkheid van verzet wegens termijnoverschrijding in bestuursrechtelijke procedure

In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 19 april 2010 uitspraak gedaan over de ontvankelijkheid van een verzet dat door appellante was ingediend tegen een eerdere uitspraak van de Raad. De Raad had op 15 oktober 2009 het beroep van appellante tegen een besluit van de Raadskamer WUBO van de Pensioen- en Uitkeringsraad niet-ontvankelijk verklaard. Appellante, vertegenwoordigd door R.E. Jordaan, diende op 22 december 2009 een verzetschrift in, dat pas op 4 januari 2010 door de Raad werd ontvangen. De Raad constateerde dat het verzetschrift niet tijdig was ingediend, aangezien de termijn voor indiening op 30 november 2009 eindigde. Appellante voerde aan dat de reden voor de termijnoverschrijding lag in de ziekte van haar moeder, maar deze stelling werd niet onderbouwd met medische stukken. De Raad oordeelde dat er geen feiten of omstandigheden waren die de termijnoverschrijding verschoonbaar maakten. Hierdoor werd het verzet niet-ontvankelijk verklaard. De uitspraak werd gedaan door T.G.M. Simons, met R. Groothuis als griffier, en werd openbaar uitgesproken op dezelfde datum.

Uitspraak

09/3635 WUBO-V
Centrale Raad van Beroep
Enkelvoudige kamer
U I T S P R A A K
als bedoeld in artikel 8:55, vijfde lid, van de Algemene wet bestuursrecht en artikel 17 van de Beroepswet in verband met het beroep van:
[appellante], wonende te [woonplaats], (hierna: appellante),
in het geding tussen:
appellante
en
de Raadskamer WUBO van de Pensioen- en Uitkeringsraad (hierna: verweerster)
Datum uitspraak: 19 april 2010
I. PROCESVERLOOP
Bij uitspraak als bedoeld in artikel 8:54 van de Algemene wet bestuursrecht en artikel 17 van de Beroepswet van 15 oktober 2009 heeft de Raad het door appellante ingestelde beroep tegen het besluit van verweerster van 19 mei 2009 niet-ontvankelijk verklaard.
Tegen de uitspraak van de Raad van 15 oktober 2009 heeft R.E. Jordaan namens appellante verzet.
Het verzet is ter behandeling aan de orde gesteld ter zitting van 8 maart 2010, waar partijen - verweerster met voorafgaand bericht - niet zijn verschenen.
II. OVERWEGINGEN
De Raad ziet zich allereerst, ambtshalve, gesteld voor de vraag naar de ontvankelijkheid van het verzet.
Een afschrift van de uitspraak van de Raad van 15 oktober 2009 is bij aangetekende brief van 19 oktober 2009 aan appellante verzonden. De laatste dag waarop tijdig een verzetschrift kon worden ingediend, was 30 november 2009. Het verzetschrift, gedateerd 22 december 2009, is ontvangen op 4 januari 2010. Vaststaat - dus - dat het verzetschrift niet tijdig is ingediend.
In het verzetschrift is het volgende vermeld: “Allereerst mijn excuses voor de late reactie. De reden hiervoor is dat er bij mijn moeder enige tijd geleden borstkanker is geconstateerd. Hierdoor waren wij niet in staat eerder te reageren”.
Deze stellingname is echter niet met (medische) stukken of anderszins onderbouwd. In het bijzonder is niet duidelijk gemaakt waarom binnen de beroepstermijn van zes weken niet kon worden gereageerd en enkele weken daarna wel. Nu ook geen gebruik is gemaakt van de gelegenheid een en ander ter zitting toe te lichten, kan de Raad niet anders dan concluderen dat er geen feiten of omstandigheden zijn die leiden tot het oordeel dat de termijnoverschrijding verschoonbaar is.
Dit betekent dat het verzet niet-ontvankelijk moet worden verklaard.
Voor een veroordeling in de proceskosten van het verzet is geen aanleiding.
III. BESLISSING
De Centrale Raad van Beroep;
Recht doende:
Verklaart het verzet niet-ontvankelijk.
Deze uitspraak is gedaan door T.G.M. Simons, in tegenwoordigheid van R. Groothuis als griffier. De beslissing is uitgesproken in het openbaar op 19 april 2010.
(get.) T.G.M. Simons.
(get.) R. Groothuis.
JL