ECLI:NL:CRVB:2010:BM3100
Centrale Raad van Beroep
- Verzet
- Rechtspraak.nl
Overschrijding van de hogerberoepstermijn en ongegrond verzet
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 19 april 2010 uitspraak gedaan in het kader van een verzet tegen een eerdere uitspraak van 22 september 2009. Appellant had hoger beroep ingesteld tegen een uitspraak van de rechtbank Breda van 1 mei 2009, maar zijn hogerberoepschrift was niet tijdig ingediend. De laatste dag voor indiening was 12 juni 2009, terwijl het beroepschrift pas op 17 juni 2009 was verzonden. De Raad verklaarde het hoger beroep niet-ontvankelijk, waarop appellant verzet aantekende.
Tijdens de zitting op 8 maart 2010 was appellant aanwezig, maar het College van burgemeester en wethouders van de gemeente Tilburg was niet verschenen. Appellant voerde aan dat hij herhaaldelijk telefonisch contact had gehad met zijn raadsman/advocaat voordat de termijn verstreek, maar dit leidde niet tot tijdige indiening van het hogerberoepschrift. De Raad oordeelde dat er geen reden was om te twijfelen aan de tijdigheid van de indiening en dat appellant niet in verzuim was geweest.
De Raad concludeerde dat het verzet ongegrond was, omdat de eerdere uitspraak van 22 september 2009 op juiste gronden was gedaan. Er was geen aanleiding voor een veroordeling in de kosten van het verzet. De uitspraak werd gedaan door T.G.M. Simons, in tegenwoordigheid van griffier R. Groothuis, en werd openbaar uitgesproken op dezelfde datum.