ECLI:NL:CRVB:2010:BM2227
Centrale Raad van Beroep
- Eerste aanleg - meervoudig
- A. Beuker-Tilstra
- G.L.M.J. Stevens
- H.L.C. Hermans
- Rechtspraak.nl
Afwijzing verzoek om herziening van de toekenning van uitkeringen aan burger-oorlogsslachtoffers
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 15 april 2010 uitspraak gedaan over het verzoek van appellant om herziening van een eerder besluit van de Raadskamer WUBO van de Pensioen- en Uitkeringsraad. Appellant, geboren in 1938 in Kota Radja, Indonesië, had eerder een aanvraag ingediend om als burger-oorlogsslachtoffer te worden erkend en om een periodieke uitkering te ontvangen op basis van de Wet uitkeringen burger-oorlogsslachtoffers 1940-1945 (Wubo). Deze aanvraag was in 2001 afgewezen, en een verzoek om herziening in 2008 werd eveneens afgewezen. De Raad moest beoordelen of het bestreden besluit, dat de afwijzing van het herzieningsverzoek bevestigde, in rechte stand kon houden.
Tijdens de zitting op 4 maart 2010 heeft appellant zijn zaak toegelicht, bijgestaan door zijn advocaat. De verweerster, vertegenwoordigd door een medewerker van de Pensioen- en Uitkeringsraad, heeft een verweerschrift ingediend. De Raad heeft vastgesteld dat appellant in zijn herzieningsverzoek grotendeels herhaalde wat hij eerder had aangevoerd, maar dat hij ook nieuwe getuigenverklaringen had ingediend. Deze verklaringen bevestigden dat appellant en zijn moeder in kamp Gloegoer waren geïnterneerd, maar de Raad oordeelde dat de getuigen niet overtuigend waren en dat de andere door appellant gestelde calamiteiten niet voldoende waren onderbouwd.
De Raad concludeerde dat er geen nieuwe feiten of omstandigheden waren die aanleiding gaven om het eerdere besluit te herzien. Daarom werd het beroep ongegrond verklaard. De Raad zag geen aanleiding om proceskosten te vergoeden. De uitspraak werd openbaar gedaan en ondertekend door de voorzitter en de griffier.