ECLI:NL:CRVB:2010:BM1175

Centrale Raad van Beroep

Datum uitspraak
26 maart 2010
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
09/5464 WWB-V + 09/5465 WWB-V
Instantie
Centrale Raad van Beroep
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht; Socialezekerheidsrecht
Procedures
  • Verzet
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verzet tegen niet-ontvankelijk verklaring van hoger beroep inzake sociale zekerheidswetgeving

In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 26 maart 2010 uitspraak gedaan in het verzet van appellant tegen een eerdere uitspraak van 4 februari 2010. Appellant, vertegenwoordigd door mr. J.H.F. de Jong, had hoger beroep ingesteld tegen een uitspraak van de rechtbank Utrecht van 17 augustus 2009. De Raad had het hoger beroep echter niet-ontvankelijk verklaard. In het verzetschrift werd terecht opgemerkt dat het hoger beroep al op 7 december 2009 was ingetrokken, vóór de uitspraak van de Raad. Hierdoor was de eerdere uitspraak van 4 februari 2010 niet meer van toepassing. De Raad heeft het verzet gegrond verklaard, wat betekent dat de eerdere uitspraak vervalt. De Raad heeft geen aanleiding gezien voor een veroordeling in de proceskosten van het verzet. De uitspraak is openbaar gedaan en geregistreerd door de griffier R. Groothuis.

Uitspraak

09/5464 WWB-V
09/5465 WWB-V
Centrale Raad van Beroep
Enkelvoudige kamer
U I T S P R A A K
als bedoeld in artikel 8:55, vijfde lid, van de Algemene wet bestuursrecht en artikel 21 van de Beroepswet in verband met het hoger beroep van:
[Appellant], wonende te [woonplaats], (hierna: appellant),
tegen de uitspraak van de rechtbank Utrecht van 17 augustus 2009, 07/3405 en 08/2447 (hierna: aangevallen uitspraak),
in het geding tussen:
appellant
en
het College van burgemeester en wethouders van de gemeente Nieuwegein
Datum uitspraak: 26 maart 2010
I. PROCESVERLOOP
Bij uitspraak als bedoeld in artikel 8:54 van de Algemene wet bestuursrecht en artikel 21 van de Beroepswet van 4 februari 2010 heeft de Raad het namens appellant door mr. J.H.F. de Jong, advocaat te Utrecht, ingestelde hoger beroep tegen de aangevallen uitspraak niet-ontvankelijk verklaard.
Tegen de uitspraak van de Raad van 4 februari 2010 heeft mr. De Jong namens appellant verzet gedaan.
II. OVERWEGINGEN
In het verzetschrift is er - terecht - op gewezen dat het hoger beroep bij faxbericht van7 december 2009, en dus voorafgaand aan de uitspraak van de Raad van 4 februari 2010, reeds was ingetrokken.
In die omstandigheden dient het verzet gegrond te worden verklaard. Dit betekent dat de uitspraak van de Raad van 4 februari 2010 vervalt.
Nu het hoger beroep is ingetrokken, is voortzetting van het onderzoek niet aan de orde.
Voor een veroordeling in de proceskosten van het verzet ziet de Raad geen aanleiding.
III. BESLISSING
De Centrale Raad van Beroep;
Recht doende:
Verklaart het verzet gegrond.
Deze uitspraak is gedaan door T.G.M. Simons, in tegenwoordigheid van R. Groothuis als griffier. De beslissing is uitgesproken in het openbaar op 26 maart 2010.
(get.) T.G.M. Simons.
(get.) R. Groothuis.
SG