ECLI:NL:CRVB:2010:BL6870
Centrale Raad van Beroep
- Verzet
- Rechtspraak.nl
Ongegrondverklaring verzet wegens niet verschijnen op zitting en niet tijdig melden van betalingsproblemen
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 9 maart 2010 uitspraak gedaan over het verzet van appellant tegen een eerdere uitspraak van 23 september 2009, waarin zijn hoger beroep niet-ontvankelijk was verklaard. Appellant had aangevoerd dat hij niet in staat was het griffierecht te betalen en dat hij door een treinstremming niet op de zitting kon verschijnen. De Raad heeft vastgesteld dat appellant niet tijdig had gemeld dat hij het griffierecht niet kon betalen, wat leidde tot een niet-ontvankelijkverklaring van zijn hoger beroep.
Tijdens de zitting op 8 maart 2010 was appellant niet verschenen, terwijl het College van Burgemeester en Wethouders van de gemeente Delft ook niet aanwezig was. De Raad had appellant eerder geïnformeerd dat hij een treinkaartje zou ontvangen en dat hij per tram naar de zitting kon reizen. Ondanks deze informatie heeft appellant op de zitting zelf geen contact meer opgenomen met de Raad, wat de Raad deed besluiten om geen gelegenheid te bieden voor een latere verschijning.
De Raad concludeert dat appellant niet heeft voldaan aan de vereisten om zijn verzet gegrond te verklaren. De omstandigheden rondom de treinstremming en de financiële situatie van appellant zijn niet voldoende om het verzet te honoreren. De Raad verklaart het verzet ongegrond en ziet geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is openbaar gedaan en ondertekend door de voorzitter en de griffier.