ECLI:NL:CRVB:2010:BL2142
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Verzet tegen niet-ontvankelijk verklaring van verzoek om herziening van bestuursrechtelijke uitspraak
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 20 januari 2010 uitspraak gedaan in het hoger beroep van appellant tegen de Raad van bestuur van de Sociale verzekeringsbank (Svb). Appellant had verzet aangetekend tegen een eerdere uitspraak van de Raad van 17 september 2009, waarin zijn verzoek om herziening niet-ontvankelijk was verklaard. De Raad oordeelde dat het griffierecht niet tijdig was betaald en dat appellant niet in verzuim was geweest. Tijdens de zitting op 9 december 2009 waren beide partijen niet verschenen, wat de behandeling van het verzet bemoeilijkte. De Raad concludeerde dat appellant geen nieuwe feiten of omstandigheden had aangevoerd die de eerdere uitspraak konden weerleggen. De Raad had appellant voldoende gelegenheid gegeven om het griffierecht te voldoen of informatie over zijn financiële situatie te verstrekken, maar dit was niet gebeurd. Daarom werd het verzet ongegrond verklaard en werd er geen aanleiding gezien voor een veroordeling in de proceskosten.