ECLI:NL:CRVB:2010:BL2142

Centrale Raad van Beroep

Datum uitspraak
20 januari 2010
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
08-1223 AKW-V
Instantie
Centrale Raad van Beroep
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht; Socialezekerheidsrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verzet tegen niet-ontvankelijk verklaring van verzoek om herziening van bestuursrechtelijke uitspraak

In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 20 januari 2010 uitspraak gedaan in het hoger beroep van appellant tegen de Raad van bestuur van de Sociale verzekeringsbank (Svb). Appellant had verzet aangetekend tegen een eerdere uitspraak van de Raad van 17 september 2009, waarin zijn verzoek om herziening niet-ontvankelijk was verklaard. De Raad oordeelde dat het griffierecht niet tijdig was betaald en dat appellant niet in verzuim was geweest. Tijdens de zitting op 9 december 2009 waren beide partijen niet verschenen, wat de behandeling van het verzet bemoeilijkte. De Raad concludeerde dat appellant geen nieuwe feiten of omstandigheden had aangevoerd die de eerdere uitspraak konden weerleggen. De Raad had appellant voldoende gelegenheid gegeven om het griffierecht te voldoen of informatie over zijn financiële situatie te verstrekken, maar dit was niet gebeurd. Daarom werd het verzet ongegrond verklaard en werd er geen aanleiding gezien voor een veroordeling in de proceskosten.

Uitspraak

08/1223 AKW-V
Centrale Raad van Beroep
Enkelvoudige kamer
U I T S P R A A K
als bedoeld in artikel 8:55, vijfde lid, van de Algemene wet bestuursrecht en artikel 21 van de Beroepswet in verband met het verzoek om herziening van:
[appellant], (hierna: appellant),
van de uitspraak van de Raad van 28 juli 2006, 05/5410,
in het geding tussen:
appellant
en
de Raad van bestuur van de Sociale verzekeringsbank (hierna: Svb)
Datum uitspraak: 20 januari 2010
I. PROCESVERLOOP
Bij uitspraak als bedoeld in artikel 8:54 van de Algemene wet bestuursrecht en artikel 21 van de Beroepswet van 17 september 2009 heeft de Raad het door appellant gedane verzoek om herziening niet-ontvankelijk verklaard.
Tegen de uitspraak van de Raad van 17 september 2009 heeft appellant verzet gedaan.
Het verzet is ter behandeling aan de orde gesteld ter zitting van 9 december 2009, waar partijen - de Svb met voorafgaand bericht - niet zijn verschenen.
II. OVERWEGINGEN
De uitspraak van de Raad van 17 september 2009 berust op de overwegingen dat het verschuldigde griffierecht niet tijdig is betaald, en dat redelijkerwijs niet kan worden geoordeeld dat appellant niet in verzuim is geweest.
Voor een overzicht van de gang van zaken verwijst de Raad naar de uitspraak van 17 september 2009.
In het verzetschrift heeft appellant geen nieuwe feiten of omstandigheden aangevoerd.
De Raad acht de uitspraak van 17 september 2009 juist. Appellant is door de Raad ruim in de gelegenheid gesteld het griffierecht te voldoen, dan wel - ten minste - concrete gegevens over zijn financiële situatie te verschaffen.
Gelet op het voorgaande dient het verzet ongegrond te worden verklaard.
Voor een veroordeling in de proceskosten van het verzet is geen aanleiding.
III. BESLISSING
De Centrale Raad van Beroep;
Recht doende:
Verklaart het verzet ongegrond.
Deze uitspraak is gedaan door T.G.M. Simons, in tegenwoordigheid van R. Groothuis als griffier. De beslissing is uitgesproken in het openbaar op 20 januari 2010.
(get.) T.G.M. Simons.
(get.) R. Groothuis.
NW