ECLI:NL:CRVB:2010:BL2140
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Verzet tegen niet-ontvankelijk verklaring van hoger beroep wegens niet-betaald griffierecht
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 20 januari 2010 uitspraak gedaan in het hoger beroep van appellant tegen de uitspraak van de rechtbank ’s-Gravenhage van 30 maart 2009. Het hoger beroep was ingesteld door appellant, vertegenwoordigd door mr. A. Keulemans van Stichting Achmea Rechtsbijstand, tegen de uitspraak van de Raad van 28 september 2009, waarin het hoger beroep niet-ontvankelijk werd verklaard omdat het verschuldigde griffierecht niet was betaald. Appellant heeft verzet aangetekend tegen deze uitspraak, vertegenwoordigd door mr. C.R. Rutte, advocaat te Alkmaar.
De zitting voor het verzet vond plaats op 9 december 2009, maar partijen zijn niet verschenen. De Raad heeft overwogen dat het griffierecht niet binnen de gestelde termijn was bijgeschreven op de rekening van de Raad, en dat appellant in verzuim was. Mr. Rutte voerde aan dat de brief van 13 juli 2009 ten onrechte niet aan hem was verzonden, maar aan mr. Keulemans. De Raad heeft deze stelling verworpen, omdat de brief wel degelijk naar het juiste kantooradres van mr. Rutte was verzonden.
De Centrale Raad van Beroep heeft geconcludeerd dat het verzet ongegrond is en dat er geen grond is voor een veroordeling in de proceskosten. De uitspraak is gedaan door T.G.M. Simons, in tegenwoordigheid van griffier R. Groothuis, en is openbaar uitgesproken op 20 januari 2010.