ECLI:NL:CRVB:2010:BL0367
Centrale Raad van Beroep
- Verzet
- Rechtspraak.nl
Verzet tegen niet-ontvankelijk verklaring van hoger beroep wegens niet tijdig betalen griffierecht
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 21 januari 2010 uitspraak gedaan in het verzet van appellant tegen de niet-ontvankelijk verklaring van zijn hoger beroep. De zaak betreft een geschil tussen appellant en het College van burgemeester en wethouders van de gemeente Amsterdam, naar aanleiding van een uitspraak van de rechtbank Amsterdam van 24 juni 2009. De Raad had eerder, op 10 november 2009, het hoger beroep van appellant niet-ontvankelijk verklaard omdat het verschuldigde griffierecht niet binnen de gestelde termijn was bijgeschreven op de rekening van de Raad.
Appellant heeft verzet aangetekend tegen deze uitspraak, stellende dat hij niet in verzuim was en dat zijn brief van 9 september 2009 een verzoek om uitstel van betaling inhield. De Raad heeft in zijn overwegingen erkend dat de brief van appellant ten onrechte niet inhoudelijk is behandeld. Gelet op het recht op toegang tot de rechter, zoals verankerd in artikel 6 van het Europees Verdrag tot bescherming van de rechten van de mens, heeft de Raad besloten appellant alsnog de gelegenheid te bieden het verschuldigde griffierecht te voldoen.
De Raad heeft het verzet gegrond verklaard en de eerdere uitspraak van 10 november 2009 vervallen verklaard. Appellant dient het griffierecht in twee termijnen te voldoen, met specifieke deadlines voor betaling. De Raad heeft geen kosten aan appellant opgelegd, aangezien er geen kosten zijn vastgesteld die voor vergoeding in aanmerking komen. De uitspraak benadrukt het belang van toegang tot de rechter en de noodzaak voor een zorgvuldige behandeling van verzoeken om uitstel van betaling.