ECLI:NL:CRVB:2009:BK5687
Centrale Raad van Beroep
- Eerste aanleg - meervoudig
- A. Beuker-Tilstra
- G.L.M.J. Stevens
- G.W.B. van Westen
- Rechtspraak.nl
Afwijzing aanvraag erkenning als burger-oorlogsslachtoffer onder de Wet uitkeringen burger-oorlogsslachtoffers 1940-1945
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 26 november 2009 uitspraak gedaan over de afwijzing van een aanvraag van appellant om erkend te worden als burger-oorlogsslachtoffer in de zin van de Wet uitkeringen burger-oorlogsslachtoffers 1940-1945. Appellant, geboren in 1935 in het voormalige Nederlands-Indië, had in mei 2007 een aanvraag ingediend bij de Raadskamer WUBO van de Pensioen- en Uitkeringsraad, gebaseerd op gezondheidsklachten die hij toeschrijft aan zijn oorlogservaringen. De aanvraag werd afgewezen bij besluit van 7 maart 2008, en dit besluit werd gehandhaafd na bezwaar. De verweerster oordeelde dat, hoewel appellant getroffen was door oorlogsgeweld, er geen blijvende lichamelijke of psychische invaliditeit was vastgesteld die in aanmerking kwam voor een uitkering onder de Wet.
Tijdens de zitting op 15 oktober 2009 heeft appellant zijn standpunt toegelicht, maar de Raad heeft geen aanleiding gevonden om te twijfelen aan de deugdelijkheid van het onderzoek dat door de geneeskundig adviseur F.A.M. van den Brand was uitgevoerd. De Raad concludeerde dat de psychische klachten van appellant, zoals piekergedrag en nachtmerries, niet of nauwelijks beperkingen gaven in het dagelijks leven, en dat de lichamelijke klachten niet gerelateerd waren aan het oorlogsgeweld. De Raad achtte een specialistisch onderzoek niet noodzakelijk, gezien de bevindingen van de geneeskundig adviseurs en het feit dat appellant in het dagelijks leven goed functioneerde.
Uiteindelijk verklaarde de Raad het beroep van appellant ongegrond en oordeelde dat er geen termen aanwezig waren voor vergoeding van proceskosten. De uitspraak werd gedaan in het openbaar en ondertekend door de voorzitter en de griffier.