ECLI:NL:CRVB:2009:BK5023

Centrale Raad van Beroep

Datum uitspraak
1 december 2009
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
08-5588 AWBZ
Instantie
Centrale Raad van Beroep
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht; Socialezekerheidsrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Hoger beroep inzake procesbelang en redactionele wijziging van eigen bijdrage formulieren

In deze zaak heeft appellante hoger beroep ingesteld tegen de uitspraak van de rechtbank Maastricht, waarin haar bezwaar tegen een besluit van OHRA Zorgverzekeringen N.V. ongegrond werd verklaard. Het primaire besluit, dat op 15 november 2006 werd genomen, meldde dat appellante een eigen bijdrage van € 706,-- per maand verschuldigd was voor haar verblijf in de instelling Mechropa van 30 september 2006 tot en met 7 oktober 2006. Appellante was het niet eens met de wijze waarop dit besluit was geredigeerd, met name de onduidelijkheid over de periode waarvoor de eigen bijdrage verschuldigd was. Ze stelde dat de formulieren waarin deze informatie werd verstrekt, redactioneel gewijzigd moesten worden om toekomstige onduidelijkheden te voorkomen.

De Centrale Raad van Beroep heeft in zijn overwegingen vastgesteld dat er geen procesbelang was voor appellante, omdat de feitelijk verschuldigde eigen bijdrage over de betreffende periode slechts € 185,69 bedroeg en dit bedrag door appellante was betaald. De Raad oordeelde dat de wens van appellante om de formulieren te wijzigen niet kon worden aangemerkt als een rechtens te honoreren procesbelang, aangezien het hoger beroep niet zou leiden tot een concreet gunstiger resultaat voor haar. Daarom werd het hoger beroep niet-ontvankelijk verklaard.

De uitspraak werd gedaan door H.C.P. Venema, met B.E. Giesen als griffier, op 1 december 2009. De Raad zag geen aanleiding om de proceskosten te veroordelen.

Uitspraak

08/5588 AWBZ
Centrale Raad van Beroep
Enkelvoudige kamer
U I T S P R A A K
op het hoger beroep van:
[Appellante], wonende te [woonplaats], (hierna: appellante)
tegen de uitspraak van de rechtbank Maastricht van 8 augustus 2008, 07/305 (hierna: aangevallen uitspraak),
in het geding tussen:
appellante
en
OHRA Zorgverzekeringen N.V., gevestigd te ’s-Gravenhage (hierna: OHRA)
Datum uitspraak: 1 december 2009
I. PROCESVERLOOP
Appellante heeft hoger beroep ingesteld.
OHRA heeft een verweerschrift ingediend.
Het onderzoek ter zitting heeft plaatsgevonden op 20 oktober 2009. Voor appellante is verschenen haar [naam echtgenoot]. OHRA heeft zich niet laten vertegenwoordigen.
II. OVERWEGINGEN
1. De Raad gaat uit van de volgende feiten en omstandigheden.
1.1. Appellante heeft over de periode van 30 september 2006 tot en met 7 oktober 2006 verbleven in de instelling Mechropa te ’s-Gravenhage. Bij besluit van 15 november 2006 is appellante meegedeeld dat zij in verband hiermee op grond van artikel 14, onder 1, van het Bijdragebesluit zorg met ingang van 30 september 2006 een bijdrage van € 706,-- per maand verschuldigd is.
1.2. Bij besluit van 15 februari 2007 heeft OHRA het bezwaar van appellante tegen het besluit van 15 november 2006 ongegrond verklaard. OHRA heeft zich op het standpunt gesteld dat de eigen bijdrage van € 706,-- de maximale eigen bijdrage is die is gebaseerd op het verzamelinkomen van € 82.001,-- over peiljaar 2004. De eigen bijdrage is pro rato voor de periode van 30 september 2006 tot en met 7 oktober 2006 verschuldigd.
2. Bij de aangevallen uitspraak heeft de rechtbank het beroep tegen het besluit van 15 februari 2007 ongegrond verklaard.
3. Appellante heeft zich gemotiveerd tegen de aangevallen uitspraak gekeerd.
4. De Raad komt tot de volgende beoordeling.
4.1. Ingevolge vaste rechtspraak van de Raad is slechts sprake van voldoende procesbelang indien het resultaat, dat de indiener van een bezwaar- of beroepschrift met het maken van bezwaar of het instellen van (hoger) beroep nastreeft, ook daadwerkelijk kan worden bereikt en het resultaat voor deze indiener feitelijke betekenis kan hebben. Van de bestuursrechter kan in een geval waarin de uitkomst van het (hoger) beroep niet in concreto tot een voor de betrokkene gunstiger resultaat kan leiden, geen uitspraak worden gevraagd uitsluitend vanwege de principiële betekenis daarvan.
4.2. Uit de gedingstukken komt naar voren dat de feitelijk door appellante verschuldigde eigen bijdrage in verband met haar verblijf in de instelling Mechropa over de periode van 30 september 2006 tot en met 7 oktober 2006 € 185,69 bedroeg. Voorts is gebleken dat appellante dit bedrag heeft betaald en dat tussen partijen geen geschil bestaat over de hoogte en de verschuldigdheid hiervan. Appellante kan zich evenwel ook in hoger beroep niet verenigen met de manier waarop het primaire besluit van 15 november 2006 is geredigeerd, en dan met name de daarin vervatte mededeling dat de eigen bijdrage per maand is verschuldigd zonder dat die periode nader is gespecificeerd. Appellante wenst met het onderhavige geding te bereiken dat de formulieren, waarin de maandelijkse verschuldigde eigen bijdrage wordt meegedeeld, redactioneel gewijzigd worden om te voorkomen dat anderen met de volgens haar zelfde onduidelijke mededelingen worden geconfronteerd. Naar het oordeel van de Raad kan deze - algemene - wens van appellante niet aangemerkt worden als een rechtens te honoreren procesbelang als bedoeld onder 4.1, nu de uitkomst van dit hoger beroep niet kan leiden tot een concreet gunstiger resultaat voor appellante.
4.3. Het onder 4.1 en 4.2 overwogene betekent dat het hoger beroep niet-ontvankelijk moet worden verklaard wegens het ontbreken van een procesbelang.
4.4. De Raad ziet geen aanleiding voor een veroordeling in de proceskosten.
III. BESLISSING
De Centrale Raad van Beroep;
Recht doende:
Verklaart het hoger beroep niet-ontvankelijk.
Deze uitspraak is gedaan door H.C.P. Venema in tegenwoordigheid van B.E. Giesen als griffier. De beslissing is uitgesproken op 1 december 2009.
(get.) H.C.P. Venema.
(get.) B.E. Giesen.
RB