ECLI:NL:CRVB:2009:BJ9977

Centrale Raad van Beroep

Datum uitspraak
25 september 2009
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
04-5773 WSF + 05-343 WSF + 05-2249 WSF
Instantie
Centrale Raad van Beroep
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht; Socialezekerheidsrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Proceskostenveroordeling na intrekken hoger beroep door de hoofddirectie van de Informatie Beheer Groep

In deze zaak heeft de hoofddirectie van de Informatie Beheer Groep (appellante) hoger beroep ingesteld tegen een uitspraak van de rechtbank Rotterdam van 24 september 2004. Tijdens de procedure heeft appellante op 10 juli 2009 het hoger beroep ingetrokken. Mr. H.A.T. Vijftigschild, advocaat van de betrokkene, heeft verzocht om appellante te veroordelen in de proceskosten. De Raad heeft besloten dat het onderzoek ter zitting achterwege blijft, met toestemming van beide partijen.

De Centrale Raad van Beroep heeft overwogen dat, volgens artikel 21a van de Beroepswet, een bestuursorgaan kan worden veroordeeld in de proceskosten indien het hoger beroep door het bestuursorgaan wordt ingetrokken. De Raad heeft vastgesteld dat appellante het hoger beroep heeft ingetrokken en dat er een verzoek is gedaan om veroordeling in de proceskosten.

De Raad heeft appellante veroordeeld tot betaling van de proceskosten van betrokkene, die zijn begroot op € 4.186,-. Deze kosten zijn berekend op basis van het Besluit proceskosten bestuursrecht, waarbij verschillende punten zijn toegekend voor de werkzaamheden die betrokkene heeft verricht in het kader van de procedure. De uitspraak is gedaan door G. van der Wiel, in tegenwoordigheid van T.J. van der Torn als griffier, en is openbaar uitgesproken op 25 september 2009.

Uitspraak

04/5773 WSF
05/343 WSF
05/2249 WSF
Centrale Raad van Beroep
Enkelvoudige kamer
U I T S P R A A K
als bedoeld in artikel 21a van de Beroepswet in verband met het hoger beroep van:
de hoofddirectie van de Informatie Beheer Groep, (hierna: appellante)
tegen de uitspraak van de rechtbank van Rotterdam van 24 september 2004, 03/800 (hierna: aangevallen uitspraak),
in het geding tussen:
[betrokkene], (hierna: betrokkene)
en
appellante.
Datum uitspraak: 25 september 2009
I. PROCESVERLOOP
Appellante heeft hoger beroep ingesteld tegen de aangevallen uitspraak.
Op 31 december 2004 en 8 april 2005 heeft appellante nadere besluiten genomen.
Bij brief van 20 januari 2005 en 18 april 2005 heeft de Raad besloten tevens een oordeel te geven over de bovengenoemde nadere besluiten. Deze zaken zijn geregistreerd onder de nummers 05/343 WSF en 05/2249 WSF.
Bij brief van 10 juli 2009 heeft appellante het hoger beroep ingetrokken.
Mr. H.A.T. Vijftigschild, advocaat te Rotterdam, heeft namens betrokkene aan de Raad verzocht appellante te veroordelen in de proceskosten.
Appellante heeft gebruik gemaakt van de gelegenheid een verweerschrift in te dienen.
Met toestemming van partijen heeft de Raad bepaald dat het onderzoek ter zitting achterwege blijft, waarna het onderzoek is gesloten.
II. OVERWEGINGEN
Artikel 21a, eerste lid, eerste volzin, van de Beroepswet bepaalt dat in geval van intrekking van het hoger beroep door het bestuursorgaan, het bestuursorgaan op verzoek van een partij bij afzonderlijke uitspraak met overeenkomstige toepassing van artikel 8:75 van de Algemene wet bestuursrecht kan worden veroordeeld in de proceskosten.
De Raad stelt vast dat appellante het hoger beroep heeft ingetrokken en dat namens betrokkene een verzoek om veroordeling van appellante in de proceskosten van betrokkene is gedaan.
De Raad ziet aanleiding om appellante te veroordelen in de kosten die betrokkene in verband met de behandeling van het hoger beroep redelijkerwijs heeft moeten maken. De kosten worden, ingevolge het Besluit proceskosten bestuursrecht, begroot op € 4.186,- in hoger beroep (1 punt voor het verweerschrift, 2 keer 0,5 punt voor het indienen van gronden tegen de nadere besluiten, 0,5 punt voor het op verzoek verstrekken van inlichtingen, 2 keer 1 punt voor het geven van een gevraagde reactie op de arresten Bidar en Förster en 2 keer 1 punt voor het bijwonen van de zittingen; wegingsfactor 2).
III. BESLISSING
De Centrale Raad van Beroep,
Recht doende:
Veroordeelt appellante in de kosten van betrokkene tot een bedrag van € 4.186,-, te betalen aan de griffier van de Raad.
Deze uitspraak is gedaan door G. van der Wiel, in tegenwoordigheid van T.J. van der Torn als griffier. De beslissing is uitgesproken in het openbaar op 25 september 2009.
(get.) G. van der Wiel.
(get.) T.J. van der Torn.
CVG