ECLI:NL:CRVB:2009:BJ9755
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- T. Hoogenboom
- H. Bedee
- P.J. Jansen
- Rechtspraak.nl
Herziening van WAO-uitkering en beoordeling van psychische problematiek
In deze zaak gaat het om het hoger beroep van appellante tegen de uitspraak van de rechtbank Haarlem, waarin de herziening van haar WAO-uitkering aan de orde is. De Centrale Raad van Beroep heeft op 30 september 2009 uitspraak gedaan. Appellante, vertegenwoordigd door haar advocaat mr. S.L. Sarin, heeft bezwaar gemaakt tegen het besluit van het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (Uwv) van 1 mei 2006, waarbij haar uitkering werd herzien van 80-100% naar 35-45% arbeidsongeschiktheid. De rechtbank heeft het beroep van appellante ongegrond verklaard, wat leidde tot het hoger beroep.
De Raad heeft in zijn overwegingen de medische grondslag van het besluit van het Uwv beoordeeld. Appellante heeft aangevoerd dat zij volledig arbeidsongeschikt is en dat de begeleiding die het Uwv voorstelt onvoldoende is om haar in staat te stellen tot werk te komen. De Raad heeft echter vastgesteld dat het Uwv voldoende rekening heeft gehouden met de psychische problematiek van appellante en dat de door het Uwv gestelde eisen aan de begeleiding niet in de weg staan aan een reële functieduiding.
De Raad concludeert dat de medische beperkingen van appellante correct zijn vastgesteld en dat zij op de datum van 13 juni 2006 in staat was om de werkzaamheden te verrichten die aan de bij de schatting gebruikte functies zijn verbonden. De uitspraak van de rechtbank wordt bevestigd, en er zijn geen termen aanwezig om toepassing te geven aan artikel 8:75 van de Algemene wet bestuursrecht, wat betekent dat er geen proceskosten worden toegewezen aan appellante.