ECLI:NL:CRVB:2009:BJ9384

Centrale Raad van Beroep

Datum uitspraak
2 oktober 2009
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
08-6306 AKW-V
Instantie
Centrale Raad van Beroep
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht; Socialezekerheidsrecht
Procedures
  • Verzet
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Ongegrond verzet tegen niet-ontvankelijk verklaring van hoger beroep wegens niet tijdige betaling griffierecht

In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 2 oktober 2009 uitspraak gedaan in het hoger beroep van een appellant tegen de uitspraak van de rechtbank Amsterdam van 13 mei 2008. De Raad had eerder, op 19 maart 2009, het hoger beroep van de appellant niet-ontvankelijk verklaard omdat het verschuldigde griffierecht niet tijdig was betaald. De appellant heeft hiertegen verzet aangetekend, wat op 21 augustus 2009 ter zitting werd behandeld. De Sociale verzekeringsbank (Svb) was niet verschenen op de zitting.

De Raad overwoog dat het griffierecht op 14 januari 2009 was ontvangen, maar dit was buiten de gestelde termijn. De Raad concludeerde dat er geen redenen waren om te oordelen dat de appellant niet in verzuim was geweest. De argumenten die de appellant in het verzetschrift naar voren had gebracht, boden geen aanknopingspunten voor het oordeel dat de eerdere uitspraak van 19 maart 2009 niet in stand kon blijven.

Daarom verklaarde de Centrale Raad van Beroep het verzet ongegrond. Het te laat betaalde griffierecht van € 107,-- zal door de griffier aan de appellant worden terugbetaald. De Raad oordeelde dat er geen aanleiding was voor een veroordeling in de kosten van het verzet. De uitspraak werd openbaar gedaan door T.G.M. Simons, in aanwezigheid van griffier M. Koopman.

Uitspraak

08/6306 AKW-V
Centrale Raad van Beroep
Enkelvoudige kamer
U I T S P R A A K
als bedoeld in artikel 8:55, vijfde lid, van de Algemene wet bestuursrecht en artikel 21 van de Beroepswet in verband met het hoger beroep van:
[Appellant], wonende te [woonplaats], (hierna: appellant),
tegen de uitspraak van de rechtbank Amsterdam van 13 mei 2008, 06/4152 (hierna: aangevallen uitspraak),
in het geding tussen:
appellant
en
de Raad van bestuur van de Sociale verzekeringsbank (hierna: Svb)
I. PROCESVERLOOP
Bij uitspraak als bedoeld in artikel 8:54 van de Algemene wet bestuursrecht en artikel 21 van de Beroepswet van 19 maart 2009 heeft de Raad het door appellant ingestelde hoger beroep tegen de aangevallen uitspraak niet-ontvankelijk verklaard.
Tegen de uitspraak van de Raad van 19 maart 2009 heeft appellant verzet gedaan.
Het verzet is ter behandeling aan de orde gesteld ter zitting van 21 augustus 2009, waar partijen - de Svb met voorafgaand bericht - niet zijn verschenen.
II. OVERWEGINGEN
De uitspraak van de Raad van 19 maart 2009 berust op de overwegingen dat het verschuldigde griffierecht niet binnen de gestelde termijn is bijgeschreven op de rekening van de Raad dan wel ter griffie is gestort, en dat redelijkerwijs niet kan worden geoordeeld dat appellant niet in verzuim is geweest.
Het griffierecht is op 14 januari 2009, en daarom buiten de gestelde termijn, ontvangen.
In hetgeen appellant in het verzetschrift heeft aangevoerd heeft de Raad geen aanknopingspunten gevonden voor het oordeel dat de uitspraak van de Raad van 19 maart 2009 niet in stand behoort te blijven.
Dit betekent dat het verzet ongegrond dient te worden verklaard.
Het - te laat - betaalde griffierecht (€ 107,--) zal door de griffier van de Raad aan appellant worden terugbetaald.
Voor een veroordeling in de kosten van het verzet is geen aanleiding.
III. BESLISSING
De Centrale Raad van Beroep;
Recht doende:
Verklaart het verzet ongegrond.
Deze uitspraak is gedaan door T.G.M. Simons, in tegenwoordigheid van M. Koopman als griffier. De beslissing is uitgesproken in het openbaar op 2 oktober 2009.
(get.) T.G.M. Simons.
(get.) M. Koopman.
DW