ECLI:NL:CRVB:2009:BJ9384
Centrale Raad van Beroep
- Verzet
- Rechtspraak.nl
Ongegrond verzet tegen niet-ontvankelijk verklaring van hoger beroep wegens niet tijdige betaling griffierecht
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 2 oktober 2009 uitspraak gedaan in het hoger beroep van een appellant tegen de uitspraak van de rechtbank Amsterdam van 13 mei 2008. De Raad had eerder, op 19 maart 2009, het hoger beroep van de appellant niet-ontvankelijk verklaard omdat het verschuldigde griffierecht niet tijdig was betaald. De appellant heeft hiertegen verzet aangetekend, wat op 21 augustus 2009 ter zitting werd behandeld. De Sociale verzekeringsbank (Svb) was niet verschenen op de zitting.
De Raad overwoog dat het griffierecht op 14 januari 2009 was ontvangen, maar dit was buiten de gestelde termijn. De Raad concludeerde dat er geen redenen waren om te oordelen dat de appellant niet in verzuim was geweest. De argumenten die de appellant in het verzetschrift naar voren had gebracht, boden geen aanknopingspunten voor het oordeel dat de eerdere uitspraak van 19 maart 2009 niet in stand kon blijven.
Daarom verklaarde de Centrale Raad van Beroep het verzet ongegrond. Het te laat betaalde griffierecht van € 107,-- zal door de griffier aan de appellant worden terugbetaald. De Raad oordeelde dat er geen aanleiding was voor een veroordeling in de kosten van het verzet. De uitspraak werd openbaar gedaan door T.G.M. Simons, in aanwezigheid van griffier M. Koopman.