ECLI:NL:CRVB:2009:BJ9382
Centrale Raad van Beroep
- Verzet
- Rechtspraak.nl
Ongegrond verzet tegen niet-ontvankelijk verklaring van hoger beroep wegens niet tijdige betaling griffierecht
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 2 oktober 2009 uitspraak gedaan over het verzet van appellant tegen een eerdere uitspraak van de Raad van 19 maart 2009. In die uitspraak werd het hoger beroep van appellant niet-ontvankelijk verklaard omdat het verschuldigde griffierecht niet tijdig was betaald. Appellant had verzet aangetekend tegen deze beslissing, maar tijdens de zitting op 21 augustus 2009 zijn partijen, waaronder het Uwv, niet verschenen.
De Raad overwoog dat het griffierecht op 6 januari 2009 was ontvangen, wat buiten de gestelde termijn viel. De Raad concludeerde dat redelijkerwijs niet kon worden geoordeeld dat appellant niet in verzuim was geweest. In het verzetschrift vond de Raad geen aanknopingspunten om de eerdere uitspraak van 19 maart 2009 te herzien. Daarom werd het verzet ongegrond verklaard.
De Raad besliste dat het te laat betaalde griffierecht van € 107,-- aan appellant zou worden terugbetaald, maar er was geen aanleiding voor een veroordeling in de kosten van het verzet. De uitspraak werd openbaar gedaan door T.G.M. Simons, met M. Koopman als griffier.