ECLI:NL:CRVB:2009:BJ7227
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- G. van der Wiel
- T.J. van der Torn
- Rechtspraak.nl
Uitstel van betaling studieschuld en verzoek om voorlopige voorziening
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 4 september 2009 uitspraak gedaan in het hoger beroep van verzoekster tegen de uitspraak van de rechtbank Amsterdam van 31 maart 2009. Verzoekster had hoger beroep ingesteld tegen een besluit van de IB-Groep, dat betrekking had op haar studieschuld. De rechtbank had eerder het beroep van verzoekster gegrond verklaard en de IB-Groep opgedragen om een nieuwe beslissing te nemen op het bezwaarschrift van verzoekster. De IB-Groep had op 11 mei 2009 opnieuw op de bezwaren van verzoekster beslist, maar dit besluit werd door verzoekster aangevochten.
Verzoekster vroeg de voorzieningenrechter om uitstel van betaling van de door haar aan de IB-Groep verschuldigde bedragen ter aflossing van haar studieschuld, totdat zij geen rechtsmiddelen meer ter beschikking had om de rechtmatigheid van de besluiten aan te vechten. De voorzieningenrechter heeft het verzoek om voorlopige voorziening afgewezen, omdat de IB-Groep had aangegeven de feitelijke invordering voorlopig te staken. Dit betekende dat er geen spoedeisend belang was voor het treffen van een voorlopige voorziening.
De Raad heeft de uitspraak van de rechtbank bevestigd voor zover deze was aangevochten en het beroep tegen het besluit van 11 mei 2009 ongegrond verklaard. De voorzieningenrechter zag geen aanleiding voor een veroordeling in de proceskosten. De uitspraak werd gedaan door G. van der Wiel, in tegenwoordigheid van T.J. van der Torn als griffier, en werd openbaar uitgesproken op dezelfde datum.