ECLI:NL:CRVB:2009:BJ6575

Centrale Raad van Beroep

Datum uitspraak
20 augustus 2009
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
08-5349 WUV
Instantie
Centrale Raad van Beroep
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht; Socialezekerheidsrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Afwijzing aanvraag voor vergoeding van dieetkosten door de Raadskamer WUV van de Pensioen- en Uitkeringsraad

In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 20 augustus 2009 uitspraak gedaan over de afwijzing van een aanvraag voor vergoeding van dieetkosten door de Raadskamer WUV van de Pensioen- en Uitkeringsraad. De appellant had in februari 2008 een aanvraag ingediend, maar verweerster heeft deze op 29 mei 2008 afgewezen. Appellant heeft vervolgens op 25 juli 2008 bezwaar gemaakt, maar dit bezwaar werd niet-ontvankelijk verklaard omdat de bezwaartermijn van zes weken, zoals vastgelegd in artikel 6:7 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb), met meer dan 14 dagen was overschreden.

Tijdens de zitting op 16 juli 2009 is appellant niet verschenen, terwijl verweerster vertegenwoordigd was door A.T.M. Vroom-van Berckel. Appellant heeft in zijn bezwaar en beroep aangevoerd dat hij door persoonlijke omstandigheden, waaronder het overlijden van een familielid en werkzaamheden voor het kerkenraadcollege, de termijn voor het indienen van het bezwaarschrift is vergeten. De Raad heeft echter geoordeeld dat deze omstandigheden niet voldoende zijn om de termijnoverschrijding te verontschuldigen. Appellant had maatregelen moeten treffen om tijdig een bezwaarschrift in te dienen, eventueel met hulp van derden.

De Raad concludeert dat het bestreden besluit van verweerster in stand kan blijven en verklaart het beroep van appellant ongegrond. Tevens zijn er geen termen aanwezig om proceskosten te vergoeden. De uitspraak is openbaar gedaan en ondertekend door A. Beuker-Tilstra, met K. Moaddine als griffier.

Uitspraak

08/5349 WUV
Centrale Raad van Beroep
Enkelvoudige kamer
U I T S P R A A K
in het geding tussen:
[Appellant], wonende te [woonplaats], (hierna: appellant),
en
de Raadskamer WUV van de Pensioen- en Uitkeringsraad (hierna: verweerster)
Datum uitspraak: 20 augustus 2009
I. PROCESVERLOOP
Appellant heeft beroep ingesteld tegen een door verweerster onder dagtekening
22 augustus 2008, kenmerk BZ 47910, JZ/G90/2008, ten aanzien van hem genomen besluit.
Verweerster heeft een verweerschrift ingediend.
Het onderzoek ter zitting heeft plaatsgevonden op 16 juli 2009. Appellant is niet verschenen en verweerster heeft zich laten vertegenwoordigen door A.T.M. Vroom-van Berckel, werkzaam bij de Pensioen- en Uitkeringsraad.
II. OVERWEGINGEN
1.1. Bij besluit van 29 mei 2008 heeft verweerster afwijzend beslist op een door appellant in februari 2008 gedane aanvraag voor vergoeding van dieetkosten.
1.2. Tegen dat besluit heeft appellant bezwaar gemaakt bij schrijven 25 juli 2008, dat blijkens de gedingstukken op 28 juli 2008 door verweerster is ontvangen.
1.3. Bij het bestreden besluit heeft verweerster het bezwaar niet-ontvankelijk verklaard wegens overschrijding van de op grond van artikel 6:7 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) voor de indiening van een bezwaar geldende termijn van zes weken. In dat verband is overwogen dat de door appellant aangevoerde omstandigheid de termijnoverschrijding niet kan verontschuldigen.
2. Ter beantwoording staat de vraag of het bestreden besluit, gelet op hetgeen door appellant in beroep is aangevoerd, in rechte kan standhouden. De Raad overweegt als volgt.
2.1. Gezien de hierboven weergegeven feiten staat vast - en wordt overigens niet
betwist - dat appellant de bezwaartermijn als bedoeld in artikel 6:7 Awb met meer dan 14 dagen heeft overschreden.
2.2. Ter verklaring van de termijnoverschrijding heeft appellant zowel in bezwaar als in beroep aangegeven dat hij vanwege het overlijden van een vrouwelijk familielid en wegens werkzaamheden voor het kerkenraadcollege de termijn voor het indienen van een bezwaarschrift is vergeten.
2.3. Naar het oordeel van de Raad heeft verweerster in hetgeen appellant heeft aangevoerd terecht geen aanleiding gezien om niet-ontvankelijkverklaring met toepassing van artikel 6:11 van de Awb achterwege te laten. Dat appellant te maken heeft gehad met moeilijke familieomstandigheden laat onverlet dat appellant maatregelen had dienen te treffen om - zonodig met behulp van derden - zorg te dragen voor het tijdig (laten) indienen van een bezwaarschrift.
3. Het voorgaande brengt de Raad tot de slotsom dat het beroep van appellant ongegrond dient te worden verklaard.
4. De Raad acht, ten slotte, geen termen aanwezig om toepassing te geven aan het bepaalde in artikel 8:75 van de Awb inzake een vergoeding van proceskosten.
III. BESLISSING
De Centrale Raad van Beroep;
Recht doende:
Verklaart het beroep ongegrond.
Deze uitspraak is gedaan door A. Beuker-Tilstra, in tegenwoordigheid van K. Moaddine als griffier. De beslissing is uitgesproken in het openbaar op 20 augustus 2009.
(get.) A. Beuker-Tilstra.
(get.) K. Moaddine.
HD