ECLI:NL:CRVB:2009:BJ6555
Centrale Raad van Beroep
- Eerste aanleg - meervoudig
- A. Beuker-Tilstra
- G.L.M.J. Stevens
- A.A.M. Mollee
- Rechtspraak.nl
Toekenning van ziektekostenpremie in het kader van de Wet uitkeringen vervolgingsslachtoffers 1940-1945
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 27 augustus 2009 uitspraak gedaan in het beroep van een appellant tegen een besluit van de Raadskamer WUV van de Pensioen- en Uitkeringsraad. De appellant, geboren in 1927 in het voormalige Nederlands-Indië, is erkend als vervolgde in de zin van de Wet uitkeringen vervolgingsslachtoffers 1940-1945 (hierna: Wet). Hij ontving een periodieke uitkering en diverse voorzieningen, maar verzocht om vergoeding van de premie voor een particuliere ziektekostenverzekering van $ 282,80 per maand. De verweerster heeft dit verzoek afgewezen, stellende dat de premie tot de algemeen gebruikelijke kosten behoort en niet als extra kosten kan worden aangemerkt, tenzij er sprake is van een hogere premie door vervolgingsgerelateerde klachten.
De Raad heeft vastgesteld dat de appellant geen extra kosten heeft gemaakt in verband met zijn psychische klachten die voortvloeien uit de vervolging. De appellant heeft in beroep zijn standpunt herhaald dat hij vanwege lange wachttijden in het openbare systeem voor de particuliere verzekering heeft gekozen en dat hij de kosten niet kan dragen door zijn lage inkomen. De verweerster heeft echter aangevoerd dat alleen extra kosten die voortvloeien uit de aan de vervolging gerelateerde klachten voor vergoeding in aanmerking komen.
De Raad heeft de vraag beantwoord of het bestreden besluit in rechte stand kan houden en heeft dit bevestigend beantwoord. De Raad heeft eerder geoordeeld dat de premie van een ziektekostenverzekering gerekend moet worden tot de algemeen gebruikelijke kosten. Aangezien niet is gebleken dat de appellant extra kosten heeft moeten maken, heeft de Raad het beroep ongegrond verklaard. Er zijn geen termen aanwezig voor vergoeding van proceskosten.