ECLI:NL:CRVB:2009:BJ6274
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- H. Bolt
- J. Riphagen
- C.P.M. van de Kerkhof
- Rechtspraak.nl
Afwijzing uitkering op grond van de Wet WIA en beoordeling van arbeidsongeschiktheid
In deze zaak heeft appellant hoger beroep ingesteld tegen de uitspraak van de rechtbank Haarlem, die op 11 februari 2008 het beroep tegen het besluit van het Uwv ongegrond verklaarde. Het Uwv had op 7 februari 2006 een afwijzing gegeven op de aanvraag van appellant voor een uitkering op grond van de Wet WIA, omdat hij minder dan 35% arbeidsongeschikt werd geacht. De rechtbank oordeelde dat de rapporten van de verzekeringsartsen zorgvuldig tot stand waren gekomen en dat er geen concrete aanknopingspunten waren voor twijfel aan de juistheid of volledigheid ervan. De arbeidskundige onderbouwing van het bestreden besluit bood voldoende inzicht in de schatting van de arbeidsongeschiktheid.
Appellant was het niet eens met deze uitspraak en voerde aan dat zijn voormalige werkgever een groot aandeel had in het ontstaan en voortduren van zijn ziekte. Hij meende recht te hebben op een uitkering in verband met zijn arbeidsongeschiktheid, die nog steeds voortduurt. Het Uwv handhaafde in het verweerschrift het standpunt van het bestreden besluit en verzocht de rechtbank om de uitspraak te bevestigen.
De Centrale Raad van Beroep heeft de overwegingen van de rechtbank overgenomen en geen redenen gevonden om te twijfelen aan de zorgvuldigheid van het medisch onderzoek of aan de juistheid van de conclusies. Appellant heeft geen nieuwe medische gegevens ingebracht die twijfel zouden kunnen zaaien aan de vaststellingen van het Uwv. De Raad concludeerde dat de functies die aan het bestreden besluit ten grondslag lagen, medisch geschikt waren voor appellant, ondanks de belastende aspecten. De grieven van appellant met betrekking tot zijn ex-werkgever werden als buiten de reikwijdte van het bestreden besluit beschouwd.
Uiteindelijk bevestigde de Raad de aangevallen uitspraak en zag hij geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak werd openbaar gedaan op 26 augustus 2009.