ECLI:NL:CRVB:2009:BJ5475
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- G. van der Wiel
- T.J. van der Torn
- Rechtspraak.nl
Toekenning WAO-uitkering onder toepassing van artikel 43a WAO
In deze zaak gaat het om de toekenning van een WAO-uitkering aan appellant, die in hoger beroep is gegaan tegen een eerdere uitspraak van de rechtbank Arnhem. De Centrale Raad van Beroep heeft op 14 augustus 2009 uitspraak gedaan in deze zaak. Appellant had bezwaar gemaakt tegen de intrekking van zijn WAO-uitkering per 11 januari 2006, omdat hij minder dan 15% arbeidsongeschikt werd geacht. De rechtbank had het beroep van appellant ongegrond verklaard, omdat hij onvoldoende bewijs had geleverd dat zijn arbeidsongeschiktheid eerder was toegenomen dan de datum van opname in een psychiatrische instelling, De Gelderse Roos.
Appellant voerde in hoger beroep aan dat de verklaringen van zijn behandelend psychiater, A. de Boer, voldoende onderbouwden dat het Uwv een onjuiste datum van toegenomen arbeidsongeschiktheid hanteerde. Hij stelde dat de huisarts geen spoedopname had aangevraagd vanwege lange wachttijden, wat volgens hem niets zei over de ernst van zijn medische situatie. De Raad oordeelde echter dat het hoger beroep niet slaagde. De Raad bevestigde de eerdere uitspraak van de rechtbank en oordeelde dat het Uwv terecht de datum van opname als eerste dag van toegenomen beperkingen had aangenomen, omdat er geen concrete bewijsstukken waren ingediend die een eerdere datum onderbouwden.
De Raad concludeerde dat de door het Uwv aangenomen medische beperkingen per 11 januari 2006 in rechte vaststonden, aangezien het bezwaar van appellant ongegrond was verklaard en hij geen verdere rechtsmiddelen had ingesteld. De Raad achtte geen termen aanwezig om het Uwv te veroordelen in de proceskosten van appellant. De uitspraak werd openbaar uitgesproken op 14 augustus 2009.