ECLI:NL:CRVB:2009:BJ4566
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- T. Hoogenboom
- H. Bedee
- P.J. Jansen
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep tegen niet-ontvankelijk verklaring bezwaar inzake arbeidsongeschiktheidsuitkering
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 22 juli 2009 uitspraak gedaan in het hoger beroep van appellant tegen de uitspraak van de rechtbank Arnhem. Appellant had bezwaar gemaakt tegen een besluit van het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (Uwv) van 14 april 2008, waarin zijn arbeidsongeschiktheidsuitkering werd voortgezet naar een mate van 80 tot 100%. Het Uwv verklaarde het bezwaar van appellant tegen dit besluit niet-ontvankelijk, omdat het te laat was ingediend en er geen bijzondere omstandigheden waren die deze termijnoverschrijding konden rechtvaardigen. De rechtbank heeft het beroep van appellant tegen deze niet-ontvankelijk verklaring ongegrond verklaard.
In hoger beroep heeft de Raad de vraag beoordeeld of er sprake was van een verschoonbare termijnoverschrijding, zoals bedoeld in artikel 6:11 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb). De Raad concludeert dat appellant in hoger beroep niet heeft bestreden dat zijn bezwaarschrift te laat is ingediend. De Raad volgt het oordeel van de rechtbank en stelt vast dat er geen verschoonbare termijnoverschrijding is aangetoond. Appellant had binnen de bezwaartermijn een bezwaarschrift moeten indienen, ongeacht zijn twijfels over de rechtmatigheid van het besluit van 14 april 2008.
Daarnaast heeft appellant in hoger beroep de medische grondslag van het bestreden besluit bestreden, maar de Raad oordeelt dat de medische beoordeling enkel betrekking heeft op de datum in geding en dat appellant geen rechtens relevant belang heeft bij een herbeoordeling van zijn arbeidsongeschiktheid in de toekomst. De Raad bevestigt de uitspraak van de rechtbank en oordeelt dat het hoger beroep geen doel treft. Er zijn geen termen aanwezig om toepassing te geven aan artikel 8:75 van de Awb, wat betekent dat er geen proceskosten worden vergoed.