ECLI:NL:CRVB:2009:BJ3365
Centrale Raad van Beroep
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- A. Beuker-Tilstra
- M.B. de Gooijer
- Rechtspraak.nl
Afwijzing aanvraag erkenning als burger-oorlogsslachtoffer onder de Wet uitkeringen burger-oorlogsslachtoffers 1940-1945
In deze zaak heeft appellant beroep ingesteld tegen een besluit van de Raadskamer WUBO van de Pensioen- en Uitkeringsraad, waarbij zijn aanvraag om erkenning als burger-oorlogsslachtoffer werd afgewezen. De aanvraag was ingediend in april 2007, maar het verzoek werd afgewezen op 11 september 2007, en dit besluit werd gehandhaafd in het bestreden besluit van 27 november 2007. De Raad oordeelt dat appellant weliswaar is getroffen door oorlogsgeweld, maar dat hij geen lichamelijk of psychisch letsel heeft opgelopen dat leidt tot blijvende invaliditeit volgens de Wet.
De Centrale Raad van Beroep heeft de zaak op 2 juli 2009 behandeld. Tijdens de zitting op 4 juni 2009 was appellant aanwezig, bijgestaan door zijn broer, en verweerster werd vertegenwoordigd door J.J.G.A. Theelen. De Raad heeft de medische adviezen van de Pensioen- en Uitkeringsraad in overweging genomen, die concludeerden dat er geen sprake was van psychopathologie en dat de psychische klachten van appellant niet het niveau van invaliditeit bereikten. De schouder-, hart- en darmklachten werden niet in causaal verband gebracht met het oorlogsgeweld.
De Raad heeft vastgesteld dat de medische gegevens voldoende waren om het standpunt van verweerster te onderbouwen. Er was geen aanleiding om te twijfelen aan de juistheid van het besluit, en appellant heeft geen nieuwe gegevens ingediend die tot een ander oordeel zouden moeten leiden. De Raad concludeert dat het beroep van appellant ongegrond is en dat er geen termen zijn voor vergoeding van proceskosten. De uitspraak werd gedaan door A. Beuker-Tilstra, in aanwezigheid van griffier M.B. de Gooijer, en is openbaar uitgesproken op 2 juli 2009.