ECLI:NL:CRVB:2009:BJ2777
Centrale Raad van Beroep
- Verzet
- Rechtspraak.nl
Ongegrondverklaring van verzet inzake griffierecht in bestuursrechtelijke procedure
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 14 juli 2009 uitspraak gedaan in het verzet van appellante tegen een eerdere uitspraak van de Raad van 9 maart 2009. Appellante had verzet aangetekend omdat haar hoger beroep tegen de uitspraak van de rechtbank Amsterdam niet-ontvankelijk was verklaard. De Raad oordeelde dat het verschuldigde griffierecht niet binnen de gestelde termijn van vier weken was bijgeschreven op de rekening van de Raad of ter griffie was gestort. Appellante had aangevoerd dat zij eerder had geprobeerd het griffierecht over te maken, maar dat dit niet was gelukt. De Raad oordeelde echter dat deze termijnoverschrijding niet verschoonbaar was, waardoor het verzet ongegrond werd verklaard. Het te laat betaalde griffierecht van € 107,-- zal door de griffier aan appellante worden terugbetaald. De Raad zag geen aanleiding voor een veroordeling in de kosten van het verzet.