ECLI:NL:CRVB:2009:BJ2777

Centrale Raad van Beroep

Datum uitspraak
14 juli 2009
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
08-6001 ANW-V
Instantie
Centrale Raad van Beroep
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht; Socialezekerheidsrecht
Procedures
  • Verzet
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Ongegrondverklaring van verzet inzake griffierecht in bestuursrechtelijke procedure

In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 14 juli 2009 uitspraak gedaan in het verzet van appellante tegen een eerdere uitspraak van de Raad van 9 maart 2009. Appellante had verzet aangetekend omdat haar hoger beroep tegen de uitspraak van de rechtbank Amsterdam niet-ontvankelijk was verklaard. De Raad oordeelde dat het verschuldigde griffierecht niet binnen de gestelde termijn van vier weken was bijgeschreven op de rekening van de Raad of ter griffie was gestort. Appellante had aangevoerd dat zij eerder had geprobeerd het griffierecht over te maken, maar dat dit niet was gelukt. De Raad oordeelde echter dat deze termijnoverschrijding niet verschoonbaar was, waardoor het verzet ongegrond werd verklaard. Het te laat betaalde griffierecht van € 107,-- zal door de griffier aan appellante worden terugbetaald. De Raad zag geen aanleiding voor een veroordeling in de kosten van het verzet.

Uitspraak

08/6001 ANW-V
Centrale Raad van Beroep
Enkelvoudige kamer
U I T S P R A A K
als bedoeld in artikel 8:55, vijfde lid, van de Algemene wet bestuursrecht en artikel 21 van de Beroepswet in verband met het hoger beroep van:
[Appellante], wonende te [woonplaats], Marokko, (hierna: appellante),
tegen de uitspraak van de rechtbank Amsterdam van 7 september 2007, 05/5639 (hierna: aangevallen uitspraak),
in het geding tussen:
appellante
en
de Raad van bestuur van de Sociale verzekeringsbank (hierna: Svb)
I. PROCESVERLOOP
Bij uitspraak als bedoeld in artikel 8:54 van de Algemene wet bestuursrecht en artikel 21 van de Beroepswet van 9 maart 2009 heeft de Raad het door appellante ingestelde hoger beroep tegen de aangevallen uitspraak niet-ontvankelijk verklaard.
Tegen de uitspraak van de Raad van 9 maart 2009 heeft appellante verzet gedaan.
Het verzet is ter behandeling aan de orde gesteld ter zitting van 23 juni 2009, waar partijen - de Svb met voorafgaand bericht - niet zijn verschenen.
II. OVERWEGINGEN
De uitspraak van de Raad van 9 maart 2009 berust op de overwegingen dat het verschuldigde griffierecht niet binnen de bij brief van 24 november 2008 nader gestelde termijn van vier weken is bijgeschreven op de rekening van de Raad dan wel ter griffie is gestort, en dat redelijkerwijs niet kan worden geoordeeld dat appellante niet in verzuim is geweest.
In het verzetschrift heet appellante aangevoerd dat zij twee keer eerder heeft geprobeerd het griffierecht via haar bank over te maken, maar dat dit toen niet is gelukt. Pas later, namelijk op 29 december 2008, is het wel gelukt.
De Raad ziet hierin geen grond om te komen tot het oordeel dat de termijnoverschrijding verschoonbaar is.
Dit betekent dat het verzet ongegrond dient te worden verklaard.
Het - te laat - betaalde griffierecht (€ 107,--) zal door de griffier van de Raad aan appellante worden terugbetaald.
Voor een veroordeling in de kosten van het verzet ziet de Raad geen aanleiding.
III. BESLISSING
De Centrale Raad van Beroep;
Recht doende:
Verklaart het verzet ongegrond.
Deze uitspraak is gedaan door T.G.M. Simons, in tegenwoordigheid van P.A.M. Hulsdouw als griffier. De beslissing is uitgesproken in het openbaar op 14 juli 2009.
(get.) T.G.M. Simons.
(get.) P.A.M. Hulsdouw.
DW