ECLI:NL:CRVB:2009:BJ2517
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- H.J. Simon
- Rechtspraak.nl
Beëindiging recht op kinderbijslag bij 18-jarige leeftijd
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 9 juli 2009 uitspraak gedaan in het hoger beroep van appellante, die in beroep ging tegen de beslissing van de Sociale verzekeringsbank (Svb) om haar recht op kinderbijslag voor haar zoon te beëindigen. De Svb had op 24 augustus 2006 meegedeeld dat appellante met ingang van het vierde kwartaal van 2006 geen recht meer had op kinderbijslag, omdat haar zoon op de eerste dag van dat kwartaal de leeftijd van 18 jaar had bereikt. Appellante voerde aan dat haar zoon invalide was en verzocht om herziening van de beslissing.
De rechtbank Amsterdam had eerder de uitspraak van de Svb bevestigd en het beroep ongegrond verklaard. In hoger beroep herhaalde appellante grotendeels haar eerdere argumenten. De Centrale Raad van Beroep overwoog dat de aangevallen uitspraak voor bevestiging in aanmerking kwam. De Raad stelde vast dat volgens artikel 7 van de Algemene kinderbijslagwet (AKW) het recht op kinderbijslag eindigt zodra het kind 18 jaar wordt. Dit was in het geval van appellante ook van toepassing, aangezien haar zoon op 10 augustus 1988 was geboren en dus op 1 oktober 2006 18 jaar oud was.
De Raad merkte op dat er een overgangsregeling was voor kinderen die vóór 1 oktober 1986 geboren waren, maar dat deze regeling niet van toepassing was op de zoon van appellante, omdat hij niet voldeed aan de voorwaarden. De Raad concludeerde dat het recht op kinderbijslag voor de zoon van appellante terecht was beëindigd bij het bereiken van de 18-jarige leeftijd. De uitspraak werd gedaan door H.J. Simon, met M. Pijper als griffier, en werd openbaar uitgesproken op 9 juli 2009.