ECLI:NL:CRVB:2009:BI7356

Centrale Raad van Beroep

Datum uitspraak
26 mei 2009
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
08-5214 AKW-V
Instantie
Centrale Raad van Beroep
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht; Socialezekerheidsrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Ongegrond verklaring van verzet inzake griffierecht in hoger beroep tegen de Sociale verzekeringsbank

In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 26 mei 2009 uitspraak gedaan in het hoger beroep van appellante, die in verzet was gegaan tegen een eerdere uitspraak van de Raad van 9 december 2008. De zaak betreft de niet-ontvankelijkheid van het hoger beroep van appellante, die niet tijdig het verschuldigde griffierecht had betaald. De Raad had vastgesteld dat het griffierecht niet binnen de gestelde termijn van vier weken was bijgeschreven op de rekening van de Raad, en dat appellante redelijkerwijs in verzuim was geweest. De laatste dag waarop het griffierecht tijdig kon worden betaald was 6 november 2008, maar het bedrag werd pas op 7 november 2008 bijgeschreven. Tijdens de zitting van 14 april 2009 waren de partijen niet verschenen, wat de behandeling van het verzet niet beïnvloedde. De Raad oordeelde dat er geen redenen waren om aan te nemen dat appellante niet in verzuim was geweest. Het verzet werd ongegrond verklaard, maar het te laat betaalde griffierecht zou aan appellante worden terugbetaald. De Raad zag geen aanleiding voor een veroordeling in de kosten van het verzet. De uitspraak werd gedaan door T.G.M. Simons, in aanwezigheid van griffier D.W.M. Kaldenhoven, en werd openbaar uitgesproken.

Uitspraak

08/5214 AKW-V
Centrale Raad van Beroep
Enkelvoudige kamer
U I T S P R A A K
als bedoeld in artikel 8:55, vijfde lid, van de Algemene wet bestuursrecht en artikel 21 van de Beroepswet in verband met het hoger beroep van:
[Appellante], wonende te [woonplaats], Marokko, (hierna: appellante),
tegen de uitspraak van de rechtbank Amsterdam van 25 juni 2008, 06/5625, (hierna: aangevallen uitspraak),
in het geding tussen:
appellante
en
de Raad van bestuur van de Sociale verzekeringsbank (hierna: Svb)
I. PROCESVERLOOP
Bij uitspraak als bedoeld in artikel 8:54 van de Algemene wet bestuursrecht en artikel 21 van de Beroepswet van 9 december 2008 heeft de Raad het door appellante ingestelde hoger beroep tegen de aangevallen uitspraak niet-ontvankelijk verklaard.
Tegen de uitspraak van de Raad van 9 december 2008 heeft appellante verzet gedaan.
Het verzet is ter behandeling aan de orde gesteld ter zitting van 14 april 2009, waar partijen - de Svb met voorafgaand bericht - niet zijn verschenen.
II. OVERWEGINGEN
De uitspraak van de Raad van 9 december 2008 berust, voor zover nu van belang, op de overwegingen dat het verschuldigde griffierecht niet binnen de bij brief van 9 oktober 2008 - nader - gestelde termijn van vier weken is bijgeschreven op de rekening van de Raad dan wel ter griffie is gestort, en dat redelijkerwijs niet kan worden geoordeeld dat appellante niet in verzuim is geweest.
De laatste dag waarop het verschuldigde griffierecht tijdig kon worden betaald, was 6 november 2008. Uit het door appellante bij het verzetschrift gevoegde giroafschrift van de Postbank blijkt dat het griffierecht eerst op 7 november 2008 is bijgeschreven op de rekening van de Raad. Ook in verzet is gesteld noch gebleken dat redelijkerwijs niet kan worden geoordeeld dat appellante niet in verzuim is geweest.
Gelet op het voorgaande dient het verzet ongegrond te worden verklaard. Het - te laat - betaalde griffierecht zal door de griffier van de Raad aan appellante worden terugbetaald.
Voor een veroordeling in de kosten van het verzet ziet de Raad geen aanleiding.
III. BESLISSING
De Centrale Raad van Beroep;
Recht doende:
Verklaart het verzet ongegrond.
Deze uitspraak is gedaan door T.G.M. Simons. De beslissing is, in tegenwoordigheid van D.W.M. Kaldenhoven als griffier, uitgesproken in het openbaar op 26 mei 2009.
(get.) T.G.M. Simons.
(get.) D.W.M. Kaldenhoven.
DK
III. DéCISION
La Centrale Raad van Beroep (Cour d'Appel Centrale),
statue:
Déclare le recours non fondé.
Par conséquent, décidée par M. le maître T.G.M. Simons en présence du maître
D.W.M. Kaldenhoven en qualité de greffier, ainsi que prononcée en public, le 26 mai 2009.