ECLI:NL:CRVB:2009:BI7353
Centrale Raad van Beroep
- Verzet
- Rechtspraak.nl
Verzet tegen niet-ontvankelijk verklaring van hoger beroep inzake griffierecht
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 26 mei 2009 uitspraak gedaan in het verzet van appellant tegen de niet-ontvankelijk verklaring van zijn hoger beroep. Het hoger beroep was eerder door de Raad op 18 november 2008 niet-ontvankelijk verklaard, omdat het verschuldigde griffierecht niet binnen de gestelde termijn van vier weken was bijgeschreven op de rekening van de Raad. Appellant heeft verzet aangetekend tegen deze uitspraak, waarbij hij in persoon is verschenen op de zitting van 14 april 2009. Het College van burgemeester en wethouders van de gemeente Rotterdam was niet vertegenwoordigd.
De Raad heeft in zijn overwegingen vastgesteld dat het griffierecht niet is betaald en dat de argumenten van appellant in het verzet geen nieuwe feiten of omstandigheden aanvoeren die het verzuim zouden kunnen rechtvaardigen. De Raad concludeert dat appellant redelijkerwijs in verzuim is geweest en dat het verzet ongegrond moet worden verklaard. Er is geen aanleiding voor een veroordeling in de kosten van het verzet. De uitspraak is gedaan door T.G.M. Simons, in tegenwoordigheid van griffier D.W.M. Kaldenhoven, en is openbaar uitgesproken.