ECLI:NL:CRVB:2009:BI5979
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- R.H.M. Roelofs
- R. Kooper
- H.C.P. Venema
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep tegen niet-ontvankelijkverklaring van bezwaarschrift inzake verlaging bijstandsuitkering
In deze zaak gaat het om een hoger beroep van appellant tegen de uitspraak van de rechtbank Breda, die op 8 april 2008 het beroep van appellant tegen de niet-ontvankelijkverklaring van zijn bezwaarschrift ongegrond heeft verklaard. Appellant ontving bijstand op basis van de Wet werk en bijstand. Het College van burgemeester en wethouders van de gemeente Gilze en Rijen had op 27 maart 2007 besloten om de bijstandsuitkering van appellant met 40% te verlagen voor de duur van twee maanden, met ingang van 1 april 2007. Appellant maakte op 16 mei 2007 bezwaar tegen dit besluit, maar het College verklaarde dit bezwaar op 5 september 2007 niet-ontvankelijk, omdat de bezwaartermijn was overschreden.
De rechtbank bevestigde de beslissing van het College, waarop appellant in hoger beroep ging. Appellant stelde dat hij pas op 10 april 2007 kennis had genomen van het besluit, omdat het besluit door zijn bewindvoerder met vertraging was ontvangen. Hij voerde aan dat de termijnoverschrijding verschoonbaar was, omdat hij niet tijdig op de hoogte was gesteld van het besluit.
De Centrale Raad van Beroep oordeelde dat de datum van verzending van het besluit op 28 maart 2007 was en dat de bezwaartermijn tot 9 mei 2007 liep. De Raad concludeerde dat appellant niet aannemelijk had gemaakt dat hij redelijkerwijs niet binnen de bezwaartermijn een bezwaarschrift had kunnen indienen. Het hoger beroep werd dan ook afgewezen en de aangevallen uitspraak werd bevestigd.