ECLI:NL:CRVB:2009:BI3646
Centrale Raad van Beroep
- Verzet
- Rechtspraak.nl
Ongegrond verklaring van verzet wegens termijnoverschrijding bij hoger beroep in bestuursrechtelijke zaak
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 12 mei 2009 uitspraak gedaan over het verzet van appellante tegen een eerdere uitspraak van 2 december 2008, waarin haar hoger beroep niet-ontvankelijk was verklaard. Appellante, woonachtig in Spanje, had tegen de uitspraak van de rechtbank Amsterdam van 5 maart 2008, 06/4677, hoger beroep ingesteld, maar dit beroepschrift was te laat ingediend. De termijn voor het indienen van het hogerberoepschrift was begonnen op 7 maart 2008, na verzending van de aangevallen uitspraak. De laatste dag voor indiening was 17 april 2008, maar het beroepschrift werd pas op 23 april 2008 ontvangen, wat na de termijn was.
Appellante voerde in haar verzetschrift aan dat zij niet eerder in staat was om hoger beroep in te stellen, omdat zij na ontvangst van de uitspraak op 4 april 2008 een brief van de Sociale verzekeringsbank (Svb) ontving en op 18 april 2008 telefonisch om uitleg vroeg. Op 22 april 2008 had zij contact met het Nederlandse consulaat in Benidorm, Spanje, en op 23 april 2008 faxte zij haar hogerberoepschrift naar de Raad. De Raad oordeelde echter dat de door appellante geschetste omstandigheden niet voldoende waren om het verzuim niet aan haar te kunnen tegenwerpen. De Raad had in de eerdere uitspraak duidelijk gemaakt dat binnen zes weken na verzending van de uitspraak hoger beroep kon worden ingesteld, en appellante had binnen die termijn actie moeten ondernemen.
De Centrale Raad van Beroep verklaarde het verzet ongegrond en gaf geen aanleiding voor een veroordeling in de kosten van het verzet. De uitspraak werd gedaan door T.G.M. Simons, in aanwezigheid van griffier D.W.M. Kaldenhoven, en werd openbaar uitgesproken op 12 mei 2009.