ECLI:NL:CRVB:2009:BI3645
Centrale Raad van Beroep
- Verzet
- Rechtspraak.nl
Ongegrond verklaring van verzet wegens termijnoverschrijding bij hoger beroep in sociale zekerheidszaak
In deze zaak heeft de Centrale Raad van Beroep op 12 mei 2009 uitspraak gedaan over het verzet van appellant tegen een eerdere uitspraak van 21 oktober 2008, waarin zijn hoger beroep niet-ontvankelijk was verklaard. Appellant had zijn hogerberoepschrift te laat ingediend, namelijk op 22 mei 2008, terwijl de termijn voor indiening op 19 mei 2008 was verstreken. De termijn voor het indienen van het hogerberoepschrift was begonnen op 8 april 2008, de dag na verzending van de aangevallen uitspraak van de rechtbank ’s-Hertogenbosch. De Raad oordeelde dat appellant niet aannemelijk had gemaakt dat het hogerberoepschrift tijdig ter post was bezorgd, ondanks zijn claim dat het op 19 mei 2008 was verzonden. De Raad concludeerde dat er geen feiten of omstandigheden waren die het verzuim aan appellant niet konden worden tegengeworpen.
Tijdens de zitting op 14 april 2009 was appellant aanwezig, maar het College van burgemeester en wethouders van de gemeente Eindhoven was niet vertegenwoordigd. De Raad heeft in zijn overwegingen benadrukt dat de termijnoverschrijding niet kon worden goedgemaakt en dat er geen aanleiding was voor een veroordeling in de kosten van het verzet. De uitspraak werd gedaan door T.G.M. Simons, in aanwezigheid van griffier D.W.M. Kaldenhoven, en werd openbaar uitgesproken. De Raad heeft het verzet ongegrond verklaard, waarmee de eerdere beslissing om het hoger beroep niet-ontvankelijk te verklaren in stand bleef.